Patiënten
die chirurgie ondergaan voor bot- of wekedelensarcoom van de extremiteiten
hebben een verhoogd risico van het ontwikkelen van veneuze trombo-embolie
(VTE). Een systematisch overzicht van de literatuur heeft dit risico
gekwantificeerd. Dr. Prism Schneider (University of Calgary, Canada) en collega’s
publiceren het overzicht in het Journal
of Surgical Oncology.1
De
onderzoekers screenden 2082 studies, waarvan ze 23 includeerden in het
overzicht. Het percentage patiënten met VTE na chirurgische resectie van bot-
of wekedelensarcoom van de extremiteiten was 2,9%. Het percentage was hoger na
chirurgie voor botsarcoom (3,7%) dan na chirurgie voor wekedelensarcoom (1,4%).
In de studies werden uitlopende typen en duur van VTE-chemoprofylactica
gebruikt. Laag-molecuulgewicht heparine werd het meest toegepast.
De
onderzoekers concluderen dat patiënten na chirurgie voor sarcoom een hoog VTE-risico
hadden, en dat er geen consensus was over de optimale VTE-chemoprofylaxe.
1.Krzyzaniak H, You DZ, Mosca G et al.
Venous thromboembolism rates in patients with bone and soft tissue sarcoma of
the extremities following surgical resection: a systematic review. J Surg Oncol
2021; epub ahead of print
Summary: Systematic review of 23 published studies revealed that among patients who
underwent surgical resection of bone or soft tissue sarcoma of the extremities
the overall rate of venous thromboembolism was 2.9%. The VTE rate was higher
after resection of bone sarcoma (3.7%) than after resection of soft tissue
sarcoma (1.4%). There was no consensus on duration or type of
thromboprophylaxis.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)