Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Veranderingen in behandeling van stadium I, II en III NSCLC in Nederland (2008 tot en met 2018)


Dr. Mieke AartsChirurgie wordt gezien als de behandeling van eerste keus voor stadium I en II niet-kleincellig longcarcinoom, maar in verschillende landen wordt SBRT gebruikt als alternatief, ook onder patiënten die als operabel worden beschouwd. Een Nederland-brede bevolkingsgebaseerde studie heeft veranderingen in behandelingen van stadium I tot en met III NSCLC in de periode van begin 2008 tot en met eind 2018 geïnventariseerd. Dr. Mieke Aerts (IKNL) en collega’s publiceren de studie in Lung Cancer.1

De studie includeerde 61.582 NSCLC-patiënten, onder wie 25.405 met stadium I-, 9272 met stadium II-, en 26.905 met stadium III-ziekte. De figuur laat zien dat in stadium I het percentage van de patiënten die chirurgie ondergingen afnam van 58% in 2008 tot 40% in 2018, met een gelijktijdige toename van radiotherapie (voornamelijk SBRT; 74%) van 31% tot 52%. Onder de stadium II-patiënten nam het gebruik van alleen radiotherapie toe van 18% tot 25%. De belangrijkste factoren die resulteerden in de keus voor radiotherapie waren slechtere WHO performance status (2 of hoger versus 0: OR 23,4; 95%-bti 18,3-28,9), hogere leeftijd (80 jaar of ouder versus jonger dan 60: OR 14,5; 95%-bti 13,0-16,2), en stadium (II versus I OR 0,61; 95%-bti 0,57-0,65).

Onder de stadium III-patiënten nam gecombineerd gebruik van chemotherapie en radiotherapie toe van 35% in 2008 tot 38% in 2018. In de gehele studieperiode kreeg 23% concurrente chemoradiotherapie, 9% sequentiële chemoradiotherapie, 23% alleen radiotherapie of alleen chemotherapie, en 25% beste ondersteunende zorg. De belangrijkste factoren die resulteerden in keus voor concurrente in plaats van sequentiële chemoradiotherapie waren leeftijd (80 jaar of ouder versus jonger dan 60: OR 0,14; 95%-bti 0,10-0,19) en WHO performance status (2 of hoger versus 0: OR 0,33; 95%-bti 0,24-0,47). De keus werd ook beïnvloed door regio en type ziekenhuis (academisch versus niet-academisch).

De onderzoekers concluderen dat gebruik van radiotherapie in de loop van de tijd toenam voor stadium I-ziekte, en dat gecombineerd gebruik van chemotherapie en radiotherapie voor stadium III-ziekte marginaal toenam.

1.Evers J, de Jaeger K, Hendriks LEL et al. Trends and variations in treatment of stage I-III non-small lung cancer from 2008-2018: a nationwide population-based study from the Netherlands. Lung Cancer 2021.03.013

Summary: A nationwide population-base study in The Netherlands (2008-2018) found that the use of radiotherapy became more prominent over time in stage I NSCLC. Combined use of chemotherapy and radiotherapy marginally increased in stage III: only one third of patients received chemoradiotherapy, mainly concurrently.


Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren