Het
toenemende gebruik van next-generation
sequencing (NGS) voor het identificeren van met maligniteiten samenhangende
veranderingen, in combinatie met het toenemende aantal gericht-werkende
geneesmiddelen, zou kunnen leiden tot een betere match tussen individuele patiënten
en de voor hen meest geschikte behandeling. Daarvoor is wel een goed
functionerend NGS-platform vereist. Tot de veelgebruikte platforms behoren
FoundationOne (F1) en Guardant360 (G360). F1 test de sequentie in de exons van
315 kanker-geassocieerde genen en de introns van 28 genen die betrokken zijn
bij rearrangements. G360 bepaalt de sequentie van 70 genen in celvrij
circulerend DNA. Beide testen hebben hoge specificiteit (>99%).
Prof.
Anthony Blau (University of Washington, Seattle) en collega’s hebben beide
testen gebruikt in negen patiënten (met mamma-, pancreas-, thymus-, long- en
speekselkliercarcinoom). Ze publiceren de uitkomsten van de testen online in JAMA
Oncology.1 In één van negen patiënten vonden beide platforms
geen genetische verandering. In de acht andere patiënten vonden beide testen
samen 45 veranderingen, waarvan er tien concordant waren tussen beide platforms
(22%). Voor twee van de acht patiënten was er helemaal geen concordantie tussen
beide platforms. Voor de acht patiënten leidden de platforms tot aanbeveling
van in totaal 36 geneesmiddelen, waarvan slecht negen (25%) door beide
platforms werden aanbevolen voor dezelfde patiënt. In vijf patiënten was er
geen enkele overlap tussen de aanbevolen geneesmiddelen. De concordantie onder
geneesmiddelen verbeterde tot acht van dertien (62%) als de betreffende mutaties
concordant waren.
De
onderzoekers concluderen dat uitkomsten van genetische testen aanzienlijk
verschillen afhankelijk van de test die wordt gebruikt.
1.Kuderer
NM, Burton KA, Blau S et al. Comparison
of 2 commercially available next-generation sequencing platforms in oncology. JAMA
Oncol 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)