Informatie over prognostische factoren van carcinomen van de kleine speekselklieren (MSG) is afkomstig van single-institution studies en kleine patiëntenseries. Dr. Michael Baddour (Emory University, Atlanta) en collega’s hebben nu een studie uitgevoerd van vijf- en tien-jaars ziektespecifieke overleving (CSS) van een grote groep patiënten met MSG-carcinomen van uiteenlopende histologische subtypen. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in JAMA Otolaryngology – Head & Neck Surgery.¹

In de SEER-database vonden de onderzoekers gegevens van 5334 evalueerbare patiënten met een diagnose MSG-carcinoom tussen begin 1988 en eind 2009. De meest gebruikelijke histologische subtypen waren muco-epidermoïd carcinoom (29,4%), adenocarcinoom (24,6%) en adenoïd cystisch carcinoom (23,0%). De meest frequente lokaties van de primaire tumor waren de mondholte (58,7%) en de farynx (21,2%). De vijf-jaars CSS was significant slechter voor MSG maligne neoplasmen in de larynx (HR 2,42; 95%-bti 1,67-3,50) en neusholte en/of paranasale sinus (HR 1,73; 95%-bti 1,29-2,32). Leeftijd hoger dan 75 jaar was geassocieerd met significant slechtere vijf-jaars CSS (HR 2,88; 95%-bti 2,05-4,06). Vergeleken met geen chirurgie waren lokale tumordestructie (HR 0,44; 95%-bti0,30-0,64), partiële chirurgie (HR 0,33; 95%-bti 0,23-0,47), en totale chirurgie (HR 0,55; 95%-bti 0,41-0,74) significante gunstige prognostische factoren. Er waren geen verschillen in vijf-jaars CSS naar ras/ethniciteit, geslacht, jaar van diagnose, of sociaal-economische status. De tien-jaars gecorrigeerde HRs waren gelijk aan de vijf-jaars patronen.

De onderzoekers concluderen dat de prognose van MSG-carcinoom geassocieerd is met histologisch subtype, tumorlokatie, leeftijd bij diagnose, graad, en chirurgische therapie.

1.Baddour HM, Fedewa SA, Chen AY. Five- and 10-year cause-specific survival rates in carcinoma of the minor salivary gland. JAMA Otolaryngol Head Neck Surg 2015; epub ahead of print