Pneumonitis gerelateerd aan gebruik van anti-PD1 antilichamen voor maligniteiten is een frequente immune related adverse event (irAE) die levensbedreigend kan zijn. Een retrospectieve analyse in Japan heeft risicofactoren voor deze irAE onderzocht in patiënten die anti-PD1 behandeling kregen voor niet-kleincellig longcarcinoom. Dr. Toyoaki Hida (Aichi Kankercentrum, Nagoya) en collega’s publiceren de analyse online in Lung Cancer.¹

De onderzoekers voerden een retrospectief review uit van dossiers van 123 patiënten die tussen begin december 2015 en eind november 2017 in het ziekenhuis van het Aichi Centrum nivolumab of pembrolizumab kregen voor NSCLC. Patiënten die eerder radiotherapie hadden gekregen waren geëxcludeerd. Achttien patiënten (14,6%) ontwikkelden anti-PD1 gerelateerde pneumonitis, onder wie vier (3,3%) graad 3 of hoger. De mediane tijd tot de diagnose pneumonitis was 60 dagen (range 6 tot 634 dagen) vanaf de start van nivolumab of pembrolizumab. Pneumonitis werd gezien in 13 van 37 patiënten (35,1%) die voor aanvang van de behandeling een longfibrosescore 1 of hoger hadden versus 5 van 86 patiënten (5,8%) met een longfibrosescore 0. In multivariate analyse was longfibrosescore 1 of hoger een risicofactor voor anti-PD1 gerelateerde pneumonitis (p=0,0008).

De onderzoekers concluderen dat vooraf-bestaande longfibrose geassocieerd was met significant verhoogd risico van anti-PD1 gerelateerde pneumonitis in patiënten die nivolumab of pembrolizumab kregen voor NSCLC.

1.Yamaguchi T, Shimizu J, Hasegawa T et al. Pre-existing pulmonary fibrosis is a risk factor for anti-PD-1-related pneumonitis in patients with non-small cell lung cancer: a retrospective analysis. Lung Cancer 2018; epub ahead of print

Summary: Patients of Aichi Cancer Center Hospital in Japan received nivolumab or pembrolizumab for NSCLC. A retrospective analysis showed that pre-existing pulmonary fibrosis was a risk factor for anti-PD-1 related pneumonitis.