Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Cohortstudie van lange-termijn uitkomsten van voor opticusglioom behandelde pediatrische patiënten (0)
2024-03-12 13:00   ( Nieuws )
Tags:  pediatric patients treated for optic pathway gliomas long-term outcomes
Dr. Brice FresneauOpticusglioom (OPG) maakt ongeveer 5% van de hersentumoren in kinderen uit. Een cohortstudie van Gustave Roussy (Villejuif, Frankrijk) heeft lange-termijn uitkomsten van kinderen die voor OPG behandeld werden geïnventariseerd. Dr. Brice Fresneau en collega’s publiceren de studie in Neuro-Oncology.1

De studie includeerde 182 patiënten die tenminste vijf jaar overleefden na behandeling bij Gustave Roussy voor OPG voor de leeftijd van achttien jaar. De M/F-geslachtsratio was 0,8; 35% van de patiënten had neurofibromatose type 1 (NF1). Tijdens mediane follow-up van 17,2 jaar (range 5-41) werden 82 recidiven gezien, 9 tweede maligniteiten, en 15 gevallen van overlijden als eerste gebeurtenissen vijf jaar of later na de behandeling, overeenkomend met een twintig-jaars conditioneel overlevingspercentage van 79,9% (95%-bti 71-86) en een late events-free survival percentage van 43,5% (36-51). In multivariate analyse waren NF1 (HR 3,0; 95%-bti 1,4-6,8), hypothalamus-betrokkenheid (3,2; 1,4-7,3), en radiotherapie (2,8; 1,1-6,7) significant geassocieerd met conditionele overleving. Vijfennegentig procent van de vijf-jaars OPG-overlevers hadden any health condition, vooral verminderde gezichtsscherpte, hypofyse-deficiëntie, en neurocognitieve stoornis. NF1 (HR 2,1) was geassocieerd met vroege puberteit. Tijdens mediaan 4,2 jaar follow-up na de diagnose werden 33 cerebrovasculaire gebeurtenissen gezien in 21 patiënten.

De onderzoekers concluderen dat late recidieven, tweede maligniteiten, en cerebrovasculaire ziekten ernstige late gebeurtenissen waren, die resulteerden in premature mortaliteit.

1.Morin A, Allodji R, Kariyawasam D et al. Very long-term outcomes of pediatric patients treated for optic pathway gliomas: a longitudinal cohort study. Neuro-Oncol 2024;noae045

Summary: A cohort study at Gustave Roussy (Villejuif, France) found that among survivors of pediatric optic pathway glioma late relapses, second malignancies, and cerebrovascular diseases were severe late events resulting in premature mortality.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Laparoscopische leverresectie versus radiofrequente ablatie voor levercelcarcinoom in de lobus caudatus (0)
2024-03-11 16:00   ( Nieuws )
Tags:  caudate lobe solitary HCC LLR versus RFA
Laparoscopische leverresectie (LLR) en radiofrequente ablatie (RFA) zijn veel-toegepaste technieken voor radicale behandeling van primair levercelcarcinoom (HCC). Een retrospectieve studie in drie centra in China heeft werkzaamheid van LLR en RFA vergeleken onder patiënten met solitaire HCC van de lobus caudatus. Dr. Jinxue Zhou (Universiteit van Zhengzhou) en collega’s publiceren de studie in Cancer Medicine.1

De studie includeerde 112 patiënten die tussen februari 2015 en februari 2021 LLR (n=60) of RFA (n=52) ondergingen. Er waren geen significante verschillen tussen de beide groepen in termen van geslacht, HBV/HCV-positiviteit, AFP-posiviteit (> 100 ng/ml), tumorpositief, Child-Pugh score, of preoperatieve leverfunctietesten. Vergeleken met de LLR-groep had de RFA-groep kortere duur van de procedure, minder intraoperatief bloedverlies, en kortere duur van verblijf in het ziekenhuis. Er was geen statistisch significant verschil tussen beide groepen in postoperatieve complicaties. Na 1:1 propensity score matching werden LLR en RFA vergeleken in twee groepen van ieder 31 patiënten. De figuur laat zien dat de recidiefvrije overleving en de overall survival significant beter waren na LLR dan na RFA.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met solitaire HCC van de lobus caudatus LLR vergeleken met RFA resulteerde in betere RFS en OS.

1.Wang Z, Ouang J, Jia B et al. Laparoscopic liver resection versus radiofrequency ablation for caudate lobe solitary hepatocellular carcinoma: a propensity score matching study. Cancer Med 2024;cam4.7068

Summary: A retrospective trial at three centers in China found that among patients with caudate lobe solitary hepatocellular carcinoma laparoscopic liver resection resulted in better clinical outcomes compared with radiofrequency ablation.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van neoadjuvant tucidinostat plus exemestaan voor vroeg-stadium HR-positief HER2-negatief mammacarcinoom (0)
2024-03-11 14:30   ( Nieuws )
Tags:  HR+ HER- BC neoadjuvant tucidinostat plus exemestane
Neoadjuvante endocriene therapie is een standaard-behandeling voor patiënten met HR-positief HER2-negatief mammacarcinoom (HR+/HER2- BC) maar kan leiden tot endocrienresistentie. Een fase 2-studie van de Medische Universiteit van Tianjin (China) heeft toevoeging van de orale HDAC-remmer tucidinostat (voorheen chidamide) aan neoadjuvant exemestaan voor vroeg-stadium HR+/HER2- BC geëvalueerd. Dr. Xin Wang en collega’s publiceren de studie in The Oncologist.1



De studie includeerde 20 patiënten (mediane leeftijd 52,5 jaar; range 36-75; ECOG performance status 0 in 18 en ECOG PS 1 in 2) met stadium II of III HR+/HER2- BC die de neoadjuvante combinatie van tucidinostat plus exemestaan kregen. Drie patiënten (15%) bereikten preoperative endocrine prognostic index (PEPI)-score 0. De figuur laat zien dat complete respons werd bereikt door één patiënt en partiële respons door negen, voor een ORR van 50%, en stabiele ziekte door de tien andere patiënten, voor een DCR van 100%. Alle patiënten hadden tenminste één treatment-emergent adverse event.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met stadium II of III HR+/HER2- BC de neoadjuvante combinatie van tucidinostat en exemestaant verdragen werd en veelbelovende respons induceerde.

1.Zhao H, Li D, Li Q et al. Tucidinostat plus exemestane as a neoadjuvant in early-stage, hormone receptor-positive, human epidermal growth factor receptor 2-negative breast cancer. The Oncologist 2024; oyae033

Summary: A phase 2 trial at Tianjin Medical University (China) found that the neoadjuvant combination of tucidinostat (chidamide) and exemestane had promising activity among patients with stage II or III HR-positive, HER2-negative breast cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Systematisch overzicht en meta-analyse van pCR na neoadjuvante chemo(radio)therapie voor slokdarmcarcinoom (0)
2024-03-11 13:00   ( Nieuws )
Tags:  esophageal cancer neoadjuvant chemotherapy or chemoradiation
Dr. Charles GaberNeoadjuvante chemotherapie en chemoradiotherapie worden aanbevolen voor de behandeling van niet-metastatisch slokdarmcarcinoom. Het profijt van neoadjuvante behandeling wordt vooral gezien onder patiënten met pathologisch complete respons (pCR). Een systematisch overzicht en meta-analyse van tussen begin 1992 en eind 2022 gepubliceerde studies heeft pCR-percentages na neoadjuvante therapie voor slokdarmcarcinoom geïnventariseerd. Dr. Charles Gaber (University of Illinois Chicago) en collega’s publiceren de analyse in Cancer Medicine.1

De analyse includeerde 84 studies met tezamen 6451 patiënten. Onder patiënten met squameus celcarcinoom was de gepoolde prevalentie van pCR na neoadjuvante chemotherapie 9% (95%-bti 6-14), in de verschillende studies uiteenlopend van 0% tot 32%, terwijl de gepoolde prevalentie na neoadjuvante chemoradiotherapie 32% bedroeg (26-39), uiteenlopende van 8% tot 66%. Onder patiënten met adenocarcinoom was de gepoolde prevalentie van pCR na neoadjuvante chemotherapie 6% (95%-bti 1-12) en na neoadjuvante chemoradiotherapie 22% (18-26).

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten die neoadjuvante therapie kregen voor slokdarmcarcinoom minder dan één op de drie pCR bereikte.

1.Gaber CE, Sarker J, Abdelaziz AI et al. Pathologic complete response in patients with esophageal cancer receiving neoadjuvant chemotherapy or chemoradiation: a systematic review and meta-analysis. Cancer Medicine 2024;cam4.7076

Summary: Systematic review and meta-analysis of 84 studies with 6451 patients found that under one-third of patients who receive neoadjuvant chemo(radiation) therapy for esophageal cancer experience pCR.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 3b-studie van venetoclax voor recidiverende of refractaire chronische lymfatische leukemie (0)
2024-03-10 16:00   ( Nieuws )
Tags:  VENICE-1 R R CLL venetoclax
Prof. Francesco ForconiIn veel patiënten met chronische lymfatische leukemie (CLL) wordt na behandeling met gerichte therapie of chemo-immuuntherapie progressie gezien. Patiënten met recidiverend of refractaire (R/R) CLL hebben weinig behandelopties. De multinationale fase 3b-studie VENICE-1 heeft venetoclax monotherapie voor R/R CLL geëvalueerd. Prof. Francesco Forconi (University of Southampton, UK) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Oncology.1


De studie includeerde 258 volwassen R/R CLL patiënten (70% mannen), onder wie 191 B-cell receptor-associated kinase inhibitor (BCRi)-naïeve patiënten en 67 BCRi-voorbehandelde patiënten. De patiënten kregen vijf-weekse ramp-up tot oraal venetoclax 400 mg eenmaal daags en werden behandeld gedurende ten hoogste 108 weken. Het primaire eindpunt was complete remission rate in de BCRi-naïeve patiënten. De mediane duur van follow-up was 49,5 maanden (IQR 47,2-54,1) onder alle patiënten; 49,2 maanden (47,2-53,2) in de BCRi-naïeve groep en 49,7 maanden (47,4-54,3) in de BCRi-voorbehandelde groep. De figuur laat zien dat na 48 weken zowel in het overall cohort als in de BCRi-naïeve groep en in de BCRi-voorbehandelde groep de overall response rate substantieel was. Graad 3 of hoger treatment-emergent adverse events werden gerapporteerd voor 79% en ernstige adverse events voor 53% van de patiënten in het overall cohort. Dertien patiënten (5%) overleden, onder wie één aan een oorzaak die mogelijk met de behandeling samenhing (autoimmuun hemolytische anemie).

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met R/R CLL venetoclax monotherapie resulteerde in diepe en duurzame responsen; ook onder BCRi-voorbehandelde patiënten.

1.Kater AP, Arslan Ö, Demirkan F et al. Activity of venetoclax in patients with relapsed or refractory chronic lymphocytic leukaemia: analysis of the VENICE-1 multicentre, open-label, single-arm, phase 3b trial. Lancet Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: The multinational phase 3b VENICE-1 trial found deep and durable responses with venetoclax monotherapy in patients with relapsed or refractory chronic lymphocytic leukemia, including BCRi-pretreated patients.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Predictieve en prognostische waarde van HER2-genexpressieniveaus van mCRC in de fase 3-studie CALGB/SWOG 80405 (0)
2024-03-10 14:30   ( Nieuws )
Tags:  CALGB SWOG 80405 metastatic colorectal cancer HER2 gene expression levels
Prof. Heinz-Josef LenzDe multicenter fase 3-studie CALGB/SWOG 80405 randomiseerde patiënten met metastatisch colorectaalcarcinoom (mCRC) naar eerstelijns chemotherapie plus bevacizumab of chemotherapie plus cetuximab, en vond geen verschil tussen beide groepen in overall survival. Een post-hoc analyse van de studie heeft de prognostische en predictieve waarde van HER2-amplificatie en –genexpressie onderzocht. Prof. Heinz-Josef Lenz (University of Southern California, Los Angeles) en collega’s publiceren de analyse in het Journal of Clinical Oncology.1

De onderzoekers bepaalden HER2-amplificatie in primair-tumor DNA van 559 patiënten en HER2-genexpressie in tumorweefsel van 925 patiënten. Hoge HER2-expressie (hoger dan de mediaan) was geassocieerd met langere mediane PFS (11,6 versus 10,0 maanden; p=0,012) en OS (32 versus 25,3 maanden; p=0,033) onafhankelijk van de behandeling. Een OS-profijt met cetuximab versus bevacizumab werd gezien in de groep met hoge versus lage HER2-expressie (p=0,02), terwijl slechtere PFS met cetuximab versus bevacizumab werd gezien in de groep met lage expressie (p=0,019). Hogere HER2-expressie als continue variabele was geassocieerd met langere OS (HR 0,83; p=0,0007) en PFS (0,82; p=0,0002) met een plateau na het bereiken van de mediane waarde. Onder patiënten met lagere HER2-expressie dan de mediaan was behandeling met cetuximab versus bevacizumab geassocieerd met slechtere PFS (HR 1,38; p=0,0027) en OS (1,28; p=0,03). Er was een significante interactie tussen HER2-expressie en behandelarm voor OS, PFS, en ORR.

De onderzoekers concluderen dat in CALGB/SWOG 80405 HER2-genexpressie prognostisch en predictief was.

1.Battaglin F, Ou F-S, Ou X et al. HER2 gene expression levels are predictive and prognostic in patients with metastatic colorectal cancer enrolled in CALGB/SWOG 80405. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: Post-hoc analysis of CALGB/SWOG 80405 (first-line chemotherapy plus either bevacizumab of cetuximab for mCRC) found that HER2 gene expression was prognostic and predictive.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Trifluridine-tipiracil met of zonder bevacizumab voor eerder-behandeld metastatisch oesofagogastrisch adenocarcinoom (0)
2024-03-10 13:00   ( Nieuws )
Tags:  previously treated mEGA trifluridine-tipiracil with or without bevacizumab
Dr. Per PfeifferOnder patiënten met chemorefractair metastatisch colorectaalcarcinoom leidde in een recente studie toevoeging van bevacizumab aan trifluridine-tipiracil (FTD/TPI) tot aanzienlijke verbetering van de werkzaamheid met acceptabele veiligheid. Een multicenter fase 3-studie in Denemarken heeft nu toevoeging van bevacizumab aan FTD/TPI voor eerder-behandeld metastatisch oesofagogastrisch adenocarcinoom (mEGA) geëvalueerd. Dr. Per Pfeiffer (Odense Universiteitsziekenhuis) en collega’s publiceren de studie in eClinicalMedicine.1



De studie includeerde 103 patiënten met eerder-behandeld mEGA en een WHO performance status 0 of 1. De patiënten werden 1:1 gerandomiseerd naar oraal FTD/TPI 35 mg/m2 op dagen één tot en met vijf en acht tot en met twaalf van vier-weekse cycli met (n=50) of zonder (n=53) bevacizumab 5 mg/kg op dagen één en vijftien. De behandeling werd voorgezet tot progressie of niet-acceptabele toxiciteit. Het primaire eindpunt was door lokale onderzoekers beoordeelde progressievrije overleving. De mediane follow-up was 36,6 maanden. De figuur laat zien dat de PFS-verbetering door toevoeging van bevacizumab aan FTD/TPI niet statistisch significant was. Deze figuur laat zien dat toevoeging van bevacizumab aan FTD/TPI ook niet resulteerde in significant betere overall survival. Toevoeging van bevacizumab aan FTD/TPI werd goed verdragen, zonder nieuwe veiligheidssignalen.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met eerder behandeld mEGA toevoeging van bevacizumab aan TFD/TPI goed verdragen werd, maar niet resulteerde in verbetering van overlevingsuitkomsten.

1.Baeksgaard Jensen L, Yilmaz M, Nordsmark M et al. Trifluridine/tipiracil (FTD/TPI) with or without bevacizumab in previously treated patients with esophago-gastric adenocarcinoma, a randomised phase III trial. eClinMed 2024.102521

Summary: A multicenter phase 3 trial in Denmark found that among patients with previously treated metastatic esophagogastric cancer, addition of bevacizumab to trifluridine-tipiracil was not associated with improved survival outcomes.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Pembrolizumab versus placebo na resectie van stadium IIB of IIC melanoom: finale DMFS-analyse van KEYNOTE-716 (0)
2024-03-09 16:00   ( Nieuws )
Tags:  KEYNOTE-716 trial stage IIB or IIC melanoma adjuvant pembrolizumab
Dr. Jason LukeDe multinationale (160 centra in 16 landen) fase 3-studie KEYNOTE-716 randomiseerde patiënten na resectie van stadium IIB of IIC melanoom naar adjuvant pembrolizumab (n=487) of placebo (n=489) voor de duur van een jaar. In 2022 werd de primaire analyse van de studie gepubliceerd, die liet zien dat met mediaan 14,4 maanden follow-up de ziektevrije overleving significant beter was in de pembrolizumabgroep, met een manageable veiligheidsprofiel. Dr. Jason Luke (University of Pittsburgh PA) en collega’s publiceren nu in het Journal of Clinical Oncology de finale analyse van de afstandsmetastasevrije overleving (DMFS) de studie, na mediaan 39,4 maanden follow-up.1

De figuur laat zien dat de mediane DMFS met zowel pembrolizumab als placebo niet bereikt was onder alle gerandomiseerde patiënten (panel A; HR 0,59; 95%-bti 0,44-0,79), patiënten met stadium IIB ziekte (B), en patiënten met stadium IIC ziekte (C), maar wel significant langer was met pembrolizumab dan met placebo, en dat dit profijt van pembrolizumab werd gezien in alle onderscheiden subgroepen (D). Deze figuur laat zien dat dit ook het geval was voor de recidiefvrije overleving onder alle patiënten (A; HR 0,62; 95%-bti 0,49-0,79), patiënten met stadium IIB ziekte (B), patiënten met stadium IIC ziekte (C), en in de meeste subgroepen (D). Het veiligheidsprofiel van pembrolizumab was manageable en consistent met eerdere publicaties.

De onderzoekers concluderen dat deze resultaten gebruik van adjuvant pembrolizumab na resectie van stadium IIB of IIC steunen.

1.Luke JJ, Ascierto PA, Khattak MA et al. Pembrolizumab versus placebo as adjuvant therapy in resected stage IIB or IIC melanoma: final analysis of distant metastasis-free survival in the phase III KEYNOTE-716 study. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: Final analysis of the multinational phase 3 KEYNOTE-716 trial found that after resection of stage IIB or stage IIC melanoma, adjuvant pembrolizumab was associated with significant improvement of distant metastasis-free survival and recurrence-free survival.

  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)