Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Multicenter fase 2-studie van inductie sintilimab plus chemotherapie gevolgd door CRT voor lokaal-gevorderd ESCC (0)
2024-02-08 13:00   ( Nieuws )
Tags:  locally advanced esophageal cancer
Prof. Kuaile ZhaoConcurrente chemoradiotherapie (CRT) is de standaard niet-operatieve behandeling voor lokaal-gevorderd squameus celcarcinoom van de slokdarm (LA ESCC). Lokaal-recidief is het belangrijkste patroon van falen van deze behandeling, hetgeen aangeeft dat de sensitiviteit van de tumor voor radiotherapie verbeterd dient te worden. Een multicenter fase 2-studie in China heeft inductiebehandeling met sintilimab plus chemotherapie voorafgaand aan CRT voor LA-ESCC geëvalueerd. Prof. Kuaile Zhao (Fudan Universiteit, Shanghai) en collega’s publiceren de studie in eClinicalMedicine.1

De studie includeerde 75 LA ESCC patiënten in de inductiefase kregen de patiënten twee cycli van sintilimab plus paclitaxel en carboplatine eens per drie weken. In de concurrente fase kregen de patiënten vijf cycli carboplatine en paclitxel eens per week concurrent met 50,4 Gy radiotherapie in 28 fracties. In tien patiënten werden voor en na de inductiefase hypoxie en vasculaire normalisatie van de tumoren bepaald met immuunfluorescentie en perfusie-CT.

De mediane follow-up was 33,6 maanden (IQR 29,3-35,7). Het primaire eindpunt was lokale controle na twee jaar. De figuur laat zien dat het twee-jaars percentage lokale controle 81,7% bedroeg (95%-bti 72,7-90,7), veel hoger dan wat in eerdere studies was gezien met alleen CRT (71,3%). De mediane progressievrije overleving en overall survival werden tijdens de follow-up niet bereikt. Na de inductie werden vaatnormalisatie en verlichting van de hypoxie gezien.

De onderzoekers concluderen dat toevoeging van inductie immuuntherapie aan standaard CRT voor LA ESCC de radiosensitiviteit van de tumor kan verhogen, resulterend in verbetering van de twee-jaars lokale controle.

1.Ai D, Hao S, Shen W et al. Induction sintilimab and chemotherapy followed by concurrent chemoradiotherapy for locally advanced esophageal cancer: a proof-of-concept, single-arm, multicenter, phase 2 trial. eClinMed 2024.102471

Summary: A multicenter phase 2 trial in China found that among patients with locally advanced esophageal squamous cell carcinoma, induction immunotherapy before standard concurrent chemoradiotherapy was associated with improved 2-year local control when compared to historical control.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Prospectieve studie van associatie tussen postdiagnostisch gebruik van multivitamines en overleving van colorectaalcarcinoom (0)
2024-02-07 16:00   ( Nieuws )
Tags:  postdiagnostic multivitamin supplement use CRC survival
Dr. Mingyang SongEr zijn aanwijzingen voor een inverse associatie van gebruik van multivitaminesupplementen met het risico van colorectaalcarcinoom (CRC). De impact van multivitaminegebruik na de CRC-diagnose op de overleving is niet bekend. Een analyse in de cohorten van de prospectieve Nurses’ Health Study (NHS) en Health Professionals Follow-up Study (HPFS) heeft deze impact geïnventariseerd. Dr. Mingyang Song (Harvard School of Public Health, Boston MA) en collega’s publiceren de studie in Cancer.1


Van de 2424 NHS- en HPFS-deelnemers met een diagnose niet-metastatisch CRC overleden tijdens een mediane follow-up van 11 jaar 1572 deelnemers, onder wie 343 aan CRC. Vergeleken met niet-gebruikers van multivitaminesupplementen hadden gebruikers van 3 tot en met 5 tabletten per week lagere CRC-specifieke mortaliteit (HR 0.55; p=0,005), en hadden gebruikers van 3 tot en met 5 tabletten per week (HR 0,81; p=0,04) en 6 tot en met 9 tabletten per week (HR 0,79; p<0,001) hadden lagere all-cause mortaliteit. De doserings-responsanalyse liet voor zowel CRC-specifieke als all-cause mortaliteit een curvilineaire relatie zien, met maximale risicoreductie bij 3 tot en met 5 tabletten per week en geen verdere reductie bij hogere doseringen. Nieuwe gebruikers (na de diagnose) hadden bij dosering van 10 of meer tabletten per week verhoogde CRC-specifieke mortaliteit(HR 1,58; 95%-bti 1,07-2,33).

De onderzoekers concluderen dat gebruik van multivitamine in matige dosering na een diagnose niet-metastatisch CRC geassocieerd was met lagere CRC-specifieke en all-cause mortaliteit, terwijl gebruik van hogere dosering geassocieerd was met hogere CRC-specifieke mortaliteit.

1.He MM, Wang K, Lo C-H et al. Post-diagnostic multivitamin use and colorectal cancer survival: a prospective cohort study. Cancer 2024.35234

Summary: A prospective cohort study found that use of multivitamin supplements at a moderate dose after diagnosis of nonmetastatic colorectal cancer was associated with lower CRC-specific and all-cause mortality, whereas a high dose use was associated with higher CRC-specific mortality.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie tussen roken en overleving onder patiënten met vroeg-stadium primair cutaan melanoom (0)
2024-02-07 14:30   ( Nieuws )
Tags:  early-stage primary cutaneous melanoma smoking status and survival
Dr. Katherine JacksonRoken is geassocieerd met een verlaagde incidentie van cutaan melanoom, maar de associatie tussen roken en progressie van melanoom en overleving na de diagnose is niet bekend. Een post-hoc analyse van de eerste en tweede Multicenter Selective Lymphadenectomy Trial (MSLT-I en MSLT-II) heeft deze associatie onderzocht. Dr. Katherine Jackson (Saint John’s Cancer Institute, Santa Monica CA) en collega’s publiceren de analyse in JAMA Network Open.1

De analyse includeerde 6279 patiënten (57,9% mannen; gemiddelde leeftijd 52,7 ± 13,4 jaar) met klinisch stadium I of II cutaan melanoom met een Breslow dikte tenminste 1 mm en beschikbare informatie over de rookstatus. Huidige, vroegere, en nooit-rokers maakten 17,2% respectievelijk 27,0% en 55,9% uit van de deelnemers. Huidig roken was geassocieerd net mannelijk geslacht, jongere leeftijd, locatie op de romp, dikkere tumoren, tumo-ulceratie, en schildwachtklier-positiviteit. De mediane follow-up was 78,4 maanden (IQR 30,5-119,6). Huidig roken was geassocieerd met verhoogd risico van melanoom-geassocieerd overlijden (MAD; versus nooit-rokers (HR 1,48; p<0,001). Vroeger gerookt hebben was niet significant geassocieerd met het risico van MAD. Het verhoogde risico van MAD onder huidige rokers was het hoogst onder patiënten die geen schildwachtklierbiopsie (SLNB) hadden ondergaan (HR 1,85; p<0,001) maar werd ook gezien onder SLNB-positieve patiënten (1,29; p=0,02). Huidig roken van tenminste 20 sigaretten per dag was geassocieerd met verdubbeling van het MAD-risico onder patiënten met SLNB-negatieve ziekte (HR 2,06; p<0,001).

De onderzoekers concluderen de de resultaten van de analyse suggereren dat onder patiënten met stadium I of II cutaan melanoom roken geassocieerd is met significant verhoogd risico van MAD.

1.Jackson KM, Jones PC, Fluke LM et al. Smoking status and survival in patients with early-stage primary cutaneous melanoma. JAMA Network Open 2024;7:e235471

Summary: Post-hoc analysis of two observational studies found that among patients with stage I or II cutaneous melanoma, current smoking was associated with increased risk of melanoma-associated death.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

MIA-calculator voor voorspellen recidiefvrije overleving en overall survival van patiënten met stadium II melanoom (0)
2024-02-07 13:00   ( Nieuws )
Tags:  stage II melanoma MIA calculator for predicting RFS and OS
Dr. Alexander VareyTwee recente gerandomiseerde studies hebben verbeteringen in recidiefvrije overleving (RFS) laten zien met adjuvant pembrolizumab of nivolumab voor patiënten met schildwachtklier (SN)-negatief stadium IIB of IIC melanoom. De behandelingen resulteerden echter ook in ongunstige bijwerkingen (AEs). Er is behoefte aan accurate geïndividualiseerde voorspellers van RFS en overall survival (OS) om de risico’s en profijt van adjuvante therapie tegen elkaar te kunnen afwegen. Onderzoekers van Melanoma Institute Australia (MIA, Sydney) hebben de multivariabele MIA-calculator ontwikkeld die vijf- en tien-jaars RFS en OS voor deze patiënten kan voorspellen. Dr. Alexander Varey en collega’s publiceren de calculator in het Journal of Clinical Oncology.1


De MIA-calculator is ontwikkeld op basis van gegevens in de MIA-database van 3220 patiënten met stadium II (klinisch of pathologisch) melanoom, extern gevalideerd in twee cohorten in de Verenigde Staten en Nederland. De 5-jaar en 10-jaar RFS C-statistics waren 0,70 respectievelijk 0,73 voor het MIA-model, vergeleken met 0,61 en 0,60 voor het model op basis van de AJCC-8 staging. Voor 5-jaar en 10-jaar OS waren de C-statistics met het MIA-model 0,71 respectievelijk 0,75, vergeleken met 0,62 en 0,61 voor het AJCC-8 staging model.

De onderzoekers concluderen dat de MIA-modellen accurate geïndividualiseerde schattingen leveren van RFS en OS van patiënten met stadium II melanoom.

1.Varey AHR, Li I, El Sharouni M-A et al. Predicting recurrence-free and overall survival for patients with stage II melanoma: the MIA calculator. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: Researchers at the Melanoma Institute Australia (Sydney) developed the MIA calculator for predicting recurrence-free and overall survival for patients with stage II melanoma, with a higher accuracy compared to the AJCC-8 staging models.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale studie van lange-termijn gezondheids-gerelateerde kwaliteit van leven in overlevers van hoofd-hals maligniteiten (0)
2024-02-06 16:00   ( Nieuws )
Tags:  HNC survivors long-term HRQOL
Prof. Susanne SingerEr is weinig informatie beschikbaar over gezondheids-gerelateerde kwaliteit van leven (HRQOL) van overlevers van maligniteiten van hoofd en hals (HNC). Een cross-sectionele studie in Europese landen, Israël, Japan, en Brazilië heeft effecten van HNC en de behandeling op HRQOL in overlevers geïnventariseerd. Prof. Susanne Singer (Universiteitsziekenhuis Mainz, Duitsland) en collega’s publiceren de studie in het International Journal of Cancer.1

De studie includeerde 1105 tenminste-vijf-jaar overlevers van HNC in elf landen, mediaan 8 jaar na de diagnose. De mediane leeftijd was 66 jaar, en 71% waren mannen. De patiënten werden onderscheiden in vijf behandelingsgroepen: alleen chirurgie, alleen radiotherapie, chemoradiotherapie, radiotherapie met of zonder chemotherapie en halsdissectie, en andere vormen van chirurgische interventie met radiotherapie met of zonder chemotherapie. De overlevers beantwoordden de EORTC-QLQ-C30 en EORTC-QLQ-H&N35 vragenlijsten. De figuur laat zien dat na correctie voor leeftijd, geslacht, tumorlocatie, en tumorgrootte er relevante verschillen (tenminste 10 punten) tussen de behandelingsgroepen voor zeven domeinen: vermoeidheid, pijn in de mond, slikken, smaak, openen van de mond, droge mond, en sticky saliva. Overlevers die slechts één behandelingsmodaliteit hadden gekregen hadden betere of gelijke HRQOL voor alle domeinen dan overlevers na multimodale behandeling, met de grootste verschilen voor droge mond en plakkerig speeksel.

De onderzoekers concluderen dat multimodale behandeling voor HNC resulteerde in slechtere lange-termijn HRQOL vergeleken met enkele-modaliteit behandeling.

1.Taylor KJ, Amdal CD, Bjordal K et al. Long-term health-related quality of life in head and neck cancer survivors: a large multinational study. Int J Cancer 2024; 34861

Summary: A multinational cross-sectional study found that among long-term survivors of HNC, health-related quality of life was worse after multimodal treatment compared with single-modality treatment.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Waarde van alloSCT voor volwassen Ph+ALL-patiënten in eerste complete moleculaire remissie (0)
2024-02-06 14:30   ( Nieuws )
Tags:  Ph+ALL in first CMR allogeneic stem cell transplantation
Prof. Hitoshi KiyoiDe waarde van allogene stamceltransplantatie (alloSCT) voor patiënten met Philadelphia chromosoom-positief (Ph+ALL) in eerste complete remissie (CR1) is niet duidelijk. Een multicenter retrospectieve analyse in Japan heeft uitkomsten van alloSCT voor patiënten met Ph+ALL in CR1 die binnen drie maanden na het begin van de behandeling complete moleculaire remissie (CMR) bereikten. Prof. Hitoshi Kiyoi (Universiteit van Nagoya) en collega’s publiceren de analyse in het American Journal of Hematology.1



De analyse includeerde deelnemers die CR1 bereikten in prospectieve studies in Japan. Onder de 147 patiënten met CMR binnen drie maanden waren er 101 die alloSCT ondergingen en 46 die geen alloSCT ondergingen. In multivariate analyses was alloSCT geassocieerd met betere overall survival (aHR 0,54; p=0,04) en relapsevrije overleving (aHR 0,21; p<0,001). De vijf-jaars OS- en RFS-percentages waren 73% respectievelijk 70% in het alloSCT-cohort versus 50% en 20% in het cohort zonder alloSCT. Ondanks de hogere non-relapse mortaliteit (aHR 3,49; p=0,03) was alloSCT significant geassocieerd met lager relapse-percentage (aHR 0,10; p<0,001). Bovendien was alloSCT ook geassocieerd met superieure GVHD-vrije relapsevrije overleving (aHR 0,43; p=0,002). Propensity score-gematchte analyse bevestigden deze resultaten.

De onderzoekers concluderen dat onder Ph+ALL patiënten met CMR binnen drie maanden, alloSCT geassocieerd was met superieure overlevingsuitkomsten en lager relapse-percentage.

1.Nishiwaki S, Sugiura I, Fujisawa et al. Utility of allogeneic stem cell transplantation for adult Ph+ALL with complete molecular remission. Am J Hematol 2024; 27237

Summary: A multicenter retrospective study multicenter retrospective study in Japan found that among Ph+ALL patients who achieved first complete molecular remission within 3 months, alloSCT was associated with superior survival and lower relapse rate.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Bevolkings-gebaseerde studie van chirurgie versus chemotherapie voor pancreascarcinoom in Denemarken (0)
2024-02-06 13:00   ( Nieuws )
Tags:  pancreatic cancer surgery versus chemotherapy
Dr. Jakob KirkegårdEr is geen duidelijkheid over de relatieve effectiviteit van chirurgie en chemotherapie voor pancreascarcinoom. Een hypothetische gerandomiseerde studie op basis van gegevens in Deense registraties heeft beide behandelingen vergeleken. Dr. Jakob Kirkegård (Universiteit van Aarhus) en collega’s publiceren de studie in het Journal of the National Cancer Institute.1


De studie includeerde patiënten met een diagnose T1-3NxM0 pancreascarcinoom tussen begin 2008 en eind 2021. De blootstelling was chirurgie of chemotherapie binnen zestien weken na de diagnose. Op het moment van diagnose werden gegevens van iedere patiënt gedupliceerd om te worden verwerkt volgens het chirurgieprotocol en het chemotherapieprotocol van de hypothetische studie, met censoring als de toegewezen behandeling afweek van de waargenomen behandeling. Niet-gecensureerde patiënten werden gewogen op basis van confounders.

De mediane leeftijd van de 1744 geïncludeerde patiënten was 68 jaar; 73,6% ondergingen chirurgie en 18,6% chemotherapie zonder chirurgie (7,8% werden niet behandeld). De drie-jaars overall survival was 39,7% (95%-bti 36,7-42,6) na chirurgie en 22,7% (17,7-28,4) na chemotherapie, overeenkomend met een absoluut verschil van 17,0% (10,8-23,1). Conventionele analyse op basis van propensity score-IPW resulteerde eveneens in superieure OS na chirurgie versus chemotherapie (23,0%; 17,0-29,0).

De onderzoekers concluderen dat chirurgie superieur was aan chemotherapie voor het bereiken van lange-termijn overleving van patiënten met pancreascarcinoom. Het verschil in overleving tussen beide behandelingen was kleiner met de clone-sensor weight benadering dan met conventionele overlevingsanalyse.

1.Kirkegård J, Gaber C, Heide-Jørgenson U et al. Effect of surgery versus chemotherapy in pancreatic cancer patients: a target trial emulation. J Natl Cancer Inst 2024; djae024

Summary: A population-based study in Denmark found that among patients with pancreatic cancer, surgery was superior to chemotherapy in achieving long-term survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Preoperatief CA 19-9 voorspelt ziekteprogressie na CRS-HIPEC voor peritoneale metastase van colorectaalcarcinoom (0)
2024-02-05 16:00   ( Nieuws )
Tags:  CRS-HIPEC for CRPM preoperative CA 19-9
Dr. Jonathan GreerPatiënten met peritoneale metastasen van colorectaalcarcinoom (CRPM) worden in toenemende mate behandeld met cytoreductieve chirurgie en hyperthermische intraperitoneale chemotherapie (CRS-HIPEC). Er is weinig informatie beschikbaar over preoperatieve risicofactoren voor slechte oncologische uitkomsten na deze procedure. Een retrospectieve analyse door het US HIPEC Collaborative heeft de associatie van preoperatief CEA, CA 125 en CA 19-9 met ziekteprogressie na CRS-HIPEC voor CRPM geïnventariseerd. Dr. Jonathan Greer (Johns Hopkins University, Baltimore MD) en collega’s publiceren de analyse in Annals of Surgical Oncology.1

De analyse includeerde 279 patiënten (van twaalf centra) die tussen begin 2000 en eind 2017 CRS-HIPEC ondergingen voor CRPM. Tijdens de follow-up werd in 63,8% van de patiënten recidief of progressie gezien, met een mediane progressievrije overleving van 11 maanden (IQR 5-20). De figuur laat zien dat verhoogd CA 19-9 (maar niet CEA of CA 125) geassocieerd was met slechtere twee-jaars PFS (8,9% versus 30% voor niet-verhoogd CEA 19-9; p<0,001). Onder de 113 patiënten die upfront CRS-HIPEC ondergingen was CA 19-9 de enige marker die onafhankelijk voorspellend was voor slechtere PFS (HR 2,88; p=0,048). In de subgroep van 166 patiënten die neoadjuvante therapie hadden gekregen was geen variabele onafhankelijk voorspellend voor PFS.

De onderzoekers concluderen dat verhoogd CA 19-9 geassocieerd was met slechtere PFS na CRS-HIPEC voor CRPM.

1.Fackche NT, Schmocker RK, Nudotor R et al. Preoperative CA 19-9 predicts disease progression in colorectal peritoneal metastases treated with cytoreductive surgery and hyperthermic intraperitoneal chemotherapy: an analysis from the US HIPEC Collaborative. Ann Surg Oncol 2024; 14890-0

Summary: A retrospective analysis by the US HIPEC Collaborative found that among patients undergoing CRS-HIPEC for peritoneal metastases from colorectal cancer, preoperative elevated CA 19-9 was associated with decreased progression-free survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)