Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Impact van timing van adjuvante radiotherapie op overall survival van patiënten met gelokaliseerd merkelcelcarcinoom (0)
2023-08-26 13:30   ( Nieuws )
Tags:  MCC timing of adjuvant radiotherapy
Dr. John MiuraKlinisch gelokaliseerd merkelcelcarcinoom (MCC) wordt gewoonlijk behandeld met chirurgische excisie en adjuvante radiotherapie. De optimale timing van de radiotherapie is niet duidelijk. Aan retrospectieve studie op basis van gegevens in de National Cancer Database heeft de impact van uitstel van radiotherapie op de overleving van MCC-patiënten geïnventariseerd. Dr. John Miura (Hospital of the University of Pennsylvania, Philadelphia) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Surgical Oncology.1

In de NCDB identificeerden de onderzoekers 1965 patiënten met een diagnose klinisch gelokaliseerd MCC, die tussen begin 2006 en eind 2019 chirurgie en radiotherapie ondergingen. De meeste patiënten waren mannen (63,2%) en blank (97,5%), en de mediane leeftijd bij diagnose was 74 jaar (IQR 66-81). De mediane tijd tot adjuvante radiotherapie (TTR) gemeten vanaf het tijdstip van chirurgie was 83 dagen (IQR 65-106). TTR 79 dagen of langer (het 45e percentiel) was geassocieerd met slechtere overall survival in multivariate analyse (HR 1,258; p=0,010). Deze associatie werd ook gezien in subgroepanalyses van patiënten jonger dan 80 jaar (n=1407; HR 1,380; p=0,010) en patiënten met Charlson comorbiditeitsindex 0 (n=1411; HR 1,284; p=0,024).

De onderzoekers concluderen dat 79 dagen of langer interval tussen chirurgie en adjuvante radiotherapie geassocieerd was met slechtere OS van MCC-patiënten.

1.Ma KL, Sharon CE, Tortorello GN et al. Delayed time to radiation and overall survival in Merkel cell carcinoma. J Surg Oncol 2023.27421

Summary: Analysis of the National Cancer Database found that among patients with clinically localized Merkel cell carcinoma, interval between surgery and adjuvant radiotherapy 79 days or longer was associated with worse overall survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Impact van immuuncheckpointremmers voorafgaand aan of na radiotherapie voor stadium IV longcarcinoom op overleving (0)
2023-08-26 12:00   ( Nieuws )
Tags:  stage IV lung cancer ICI
Prof. Hidekazu TanakaVeel studies hebben synergie tussen immuuncheckpointremmers (ICIs) en radiotherapie (RT) voor gevorderde maligniteiten laten zien. Een retrospectieve studie van Yamaguchi Universiteit (Japan) heeft de impact van ICIs voorafgaand aan of na RT op de overleving van patiënten met stadium IV longcarcinoom geïnventariseerd. Prof. Hidekazu Tanaka en collega’s publiceren de studie in Cancers.1

De studie includeerde 80 patiënten met stadium IV longcarcinoom met verschillende typen histologie. Dertig patiënten (37,5%) kregen ICIs. Deze figuur laat zien dat toevoegen van ICIs aan RT geassocieerd was met langere overall survival. Deze figuur laat zien dat ICIs na RT geassocieerd was met langere OS dan ICIs voorafgaand aan RT. In multivariate analyse was performance status (0-1 versus 2-4) en ICI-gebruik na RT onafhankelijk geassocieerd met OS.

De onderzoekers concluderen dat ICI-behandeling na RT de overleving van patiënten met stadium IV longcarcinoom kan verbeteren.

1.Tanaka H, Ueda K, Karita M et al. Immune checkpoint inhibitors after radiation therapy improve overall survival rates in patients with stage IV lung cancer. Cancers 2023;15:4260

Summary: A retrospective study in Japan found that immune checkpoint inhibitors after radiation therapy improve overall survival rates in patients with stage IV lung cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Meta-analyse van immuuncheckpointremming voor patiënten met gevorderd levercelcarcinoom en gestoorde leverfunctie (0)
2023-08-25 15:00   ( Nieuws )
Tags:  aHCC Child-Pugh class B ICIs
IDr. David Pinatommuuncheckpointremmers (ICIs) worden in toenemende mate gebruikt voor gevorderd levercelcarcinoom (aHCC). Er is weinig informatie beschikbaar over veiligheid en werkzaam van ICI-therapie voor aHCC-patiënten met gestoorde leverfunctie. Een systematisch overzicht en meta-analyse van gepubliceerde studies heeft ICIs voor deze patiënten geëvalueerd. Dr. David Pinato (Imperial College London, UK) en collega’s publiceren de analyse in JAMA Oncology.1

In de literatuur tot en met 15 juni 2022 identificeerden de onderzoekers 22 voor het onderwerp relevante studies met tezamen 699 patiënten met Child-Pugh B en 2114 patiënten met Child-Pugh A aHCC (de mediane leeftijds-range over de studies was 53-73 jaar). In gepoolde analyse hadden de ICI-behandelde patiënten in de Child-Pugh B groep een objective response rate van 14% (95%-bti 11-17) en een disease control rate van 46% (36-56) met een mediane progressievrije overleving 2,68 maanden (1,85-3,52) en een mediane overall survival 5,49 maanden (3,57-7,42). Any grade treatment-related adverse events werden gezien in 40% van de patiënten en graad 3 of hoger TRAEs in 12%. Vergeleken met de Child-Pugh A groep waren in de Child-Pugh B groep de ORR (odds ratio 0,59; p<0,001) en de DCR (0,64; p<0,001) slechter. Onder ICI-behandelde aHCC patiënten was Child-Pugh B versus A onafhankelijk geassocieerd met slechtere OS (HR 2,72; 95%-bti 2,34-3,16). ICIs waren niet geassocieerd met verhoogde TRAEs in de Child-Pugh B groep.

De onderzoekers concluderen dat deze resultaten suggereren dat ondanks de overall slechte prognose, een percentage van de patiënten het Child-Pugh B aHCC baat kan hebben bij ICI-behandeling.

1.Xie E, Yeo YH, Scheiner B et al. Immune checkpoint inhibitors for Child-Pugh class B advanced hepatocellular carcinoma. A systematic review and meta-analysis. JAMA Oncology 2023.3284

Summary: In a systematic review and meta-analysis of 22 studies involving 699 patients with Child-Pugh B and 2114 patients with Child-Pugh A aHCC, ICI therapy in the Child-Pugh B group appeared to be safe and showed a significant rate of radiologic responses, but survival outcomes were inferior compared with the Child-Pugh A group.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie tussen gebruik van antibiotica en tijd tot diagnose hoofd-halscarcinoom (0)
2023-08-25 13:30   ( Nieuws )
Tags:  head and neck cancer antibiotics
Dr. Sean MassaUitstel van diagnose kan een ongunstige impact hebben op uitkomsten van patiënten met hoofd-halscarcinoom (HNC). Symptomen van nog-niet gediagnostiseerd HNC kunnen resulteren in voorschrijven van antibiotica. Een retrospectieve cohortstudie van twee universiteiten in Saint Louis (MO) heeft heeft voorschrijven van antibiotica voorafgaand aan een HNC-diagnose en de impact daarvan op tijd tot diagnose geïnventariseerd. Dr. Sean Massa (Saint Louis University School of Medicine) en collega’s publiceren de studie in JAMA Otolaryngology – Head & Neck Surgery.1

De studie includeerde 7811 patiënten met een HNC-diagnose tussen begin 2011 en eind 2018 (53,1% mannen; gemiddelde leeftijd 60,2 ± 15,8 jaar). In het cohort waren 1219 patiënten (15,6%) die in de periode van drie maanden voor de HNC-diagnose tenminste één antibioticum voorgeschreven kregen; significant hoger dan het percentage patiënten die tussen twaalf en negen maanden voor de diagnose tenminste één antibioticum voorgeschreven kregen (8,9%). Het percentage patiënten met antibioticum-voorschrift binnen drie maanden voor de diagnose was stabiel over de studieperiode. Patiënten die binnen drie maanden voor de diagnose een antibioticum voorgeschreven kregen hadden een 21,1% langere tijd tussen het onstaan van symptomen en de HNC-diagnose (adjusted rate ratio 1,21; 95%-bti 1,14-1,29). Eerstelijns-artsen en internisten hadden vergeleken met otolaryngologen een verhoogde waarschijnlijkheid van voorschrijven van antibiotica voor patiënten met een latere HNC-diagnose (adjusted prevalence ratio 1,60; 95%-bti 1,27-2,20).

De onderzoekers concluderen dat de resultaten van studie suggereren dat in de drie maanden voor een HNC-diagnose antibiotica meer frequent worden voorgeschreven, geassocieerd met toegenomen tijd tot diagnose.

1.Gallogly JA, Armstrond AT, Brinkmeier JV et al. Association between antibiotic prescribing and time to diagnosis of head and neck cancer. JAMA Otolaryngol Head Neck Surg 2023.2423

Summary: In a cohort study of 7811 patients with HNC, 15.6% received an antibiotic within 3 months of HNC diagnosis, resulting in a significant 21.1% longer time to HNC diagnosis.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie van fasting-mimicking diet met overall survival van aTNBC-patiënten die eerstelijns chemotherapie krijgen (0)
2023-08-25 11:54   ( Nieuws )
Tags:  advanced triple-negative breast cancer FMD
Dr. Francesca LigorioIn muismodellen van triple-negatief mammacarcinoom is gezien dat ernstige energiebeperking, in de vorm van cyclisch vasten of fasting mimicking diets (FMDs) geassocieerd is met verhoogde antitumor-werkzaamheid van cytotoxische chemotherapie. Een secundaire analyse van de NCT03340935-studie van het Istituto Nazionale dei Tumori (Milaan) heeft onderzocht of dit fenomeen ook in menselijke patiënten wordt gezien. Dr. Francesca Ligorio en collega’s publiceren de analyse in het International Journal of Cancer.1

De analyse includeerde 90 patiënten met gevorderd triple-negatief mammacarcinoom (aTNBC) die eerstelijns carboplatine-gemcitabine chemotherapie kregen. Veertien van deze patiënten kregen ook FMD-voeding. De mediane overall survival van deze veertien patiënten was 30,3 maanden (95%-bti 18-NR), vergeleken met 17,2 maanden (15,3-25; 1; p=0,041) onder de overige 76 patiënten. In multivariate analyse was FMD-gebruik onafhankelijk geassocieerd met betere OS (HR 0,40; p=0,019), ook na propensity score-gebaseerde matching voor ECOG performance status en de novo metastatische ziekte (HR 0,41; p=0,013).

De onderzoekers concluderen dat de analyse suggereert dat FMD-gebruik geassocieerd was met betere werkzaamheid van eerstelijns chemotherapie voor aTNBC. Een gerandomiseerde studie is vereist om deze conclusie te bevestigen.

1.Ligorio F, Lobefaro R, Fucà G et al. Adding fasting-mimicking diet to first-line carboplatin based chemotherapy is associated with better overall survival in advanced triple-negative breast cancer patients: a subanalysis of the NCT03340935 trial. Int J Cancer 2023; epub ahead of print

SummarySecondary analysis of a trial in Italy found that among patients receiving first-line carboplatin-based chemotherapy for advanced triple-negative breast cancer, a fasting-mimicking diet when compared to a normal diet was associated with better overall survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 1-studie van divarasib monotherapie voor gevorderde solide tumoren met een KRAS G12C-mutatie (0)
2023-08-24 15:00   ( Nieuws )
Tags:  GO42144 trial solid tumors wit KRAS G12C mutation divarasib
Dr. Adrian SacherDivarasib (GDC-6036) is een covalente remmer van KRAS G12C. De multinationale fase 1-studie GO42144 evalueerde divarasib in patiënten met lokaal-gevorderde of metastatische solide tumoren met een KRAS G12C-mutatie. Dr. Adrian Sacher (University of Toronto, Canada) en collega’s publiceren de studie in The New England Journal of Medicine.1

De studie includeerde 137 patiënten (60 met niet-kleincellig longcarcinoom, 55 met colorectaalcarcinoom, en 22 met andere solide tumoren. De patiënten kregen oraal divarasib eenmaal daags, in doseringen uiteenlopend van 50 tot 400 mg. Het primaire eindpunt was veiligheid. Er waren geen doserings-limiterende toxiciteiten. Treatment-related adverse events werden gerapporteerd voor 127 patiënten (93%), graad 3 TRAEs voor vijftien patiënten (11%), en graad 4 TRAE in één patiënt. TRAEs leidden tot doseringsreductie in negentien patiënten (14%) en tot discontinuering van de behandeling in vier patiënten (3%).

De figuur toont de activiteit van divarasib onder patiënten met NSCLC. Er was een bevestigde response in 53,4% van de patiënten (95%-bti 39,9-66,7) met een mediane progressievrije overleving 13,1 maanden (8,8-NE). Onder CRC-patiënten werd respons gezien in 29,1% (95%-bti 17,6-42,9) met mediane PFS 5,6 maanden (4,1-8,2). Ook onder patiënten met andere typen solide tumoren werden responsen gezien. Seriële bepaling van circulerend tumor DNA liet afnames zien in KRAS G12C variant allel frequentie geassocieerd met respons, en identificeerde genoomverandering die mogelijk samenhangen met resistentie tegen divarasib.

De onderzoekers concluderen dat behandeling met divarasib resulteerde in duurzame responsen onder KRAS G12C-positieve tumoren, met een gunstig veiligheidsprofiel.

1.Sacher A, LoRusso P, Patel MR et al. Single-agent divarasib (GDC-6036) in solid tumors with a KRAS G12C mutation. N Engl J Med 2023;389:710-721

Summary: The multinational phase 1 GO42144 trial found that among patients with locally advanced or metastatic NSCLC, CRC, or other solid tumors with KRAS G12C mutation, the covalent KRAS G12C inhibitor induced durable clinical responses.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Overall survival met sacituzumab govitecan voor HR-positief en HER2-negatief metastatisch mammacarcinoom (0)
2023-08-24 13:30   ( Nieuws )
Tags:  TROPiCS-02 OS analysis HR+ HER2- mBC sacituzumab govitecan
Prof. Hope RugoSacituzumab govitecan (SG) is een op Trop-2 gericht antibody drug conjugate. De multinationale fase 3-studie TROPiCS-02 randomiseerde patiënten met HR-positief en HER2-negatief gevorderd mammacarcinoom 1:1 naar SG of behandelaars keus van chemotherapie. Vorig jaar is gepubliceerd dat de progressievrije overleving significant beter was in de SG-arm dan in de chemotherapie-arm. Prof. Hope Rugo (University of California San Francisco) en collega’s publiceren in The Lancet resultaten voor onder meer het eindpunt overall survival.1



TROPiCS-02 werd uitgevoerd in 91 centra in negen landen. De studie includeerde patiënten met bevestigd HR-positief HER2-negatief lokaal-recidiverend niet-operabel of metastatisch mammacarcinoom (mBC) waarvoor ze tenminste één eerdere lijn endocriene therapie, een taxaan, en een CDK4/6-remmer in any setting hadden gekregen en twee tot vier eerdere lijnen chemotherapie voor metastatische ziekte. Het primaire eindpunt was de reeds gerapporteerde PFS, en secundaire eindpunten waren OS, objective response rate, en patiënt-gerapporteerde uitkomsten. Voor de chemotherapie-arm hadden behandelaars keus uit eribuline, vinorelbine, capecitabine, en gemcitabine.

De SG-groep telde 272 patiënten en de chemotherapiegroep bestond uit 271 patiënten. Tijdens mediaan 12,5 maanden follow-up (IQR 6,4-18,8) overleden 390 van 543 patiënten. De OS was significant langer met SG dan met chemotherapie (mediaan 14,4 versus 11,7 maanden; HR 0,79; p=0,020). Het OS-profijt met SG boven chemotherapie werd gezien in vrijwel alle onderscheiden subgroepen. Ook de ORR was hoger met SG dan met chemotherapie (21% versus 14%; OR 1,63; p=0,035). De tijd tot verslechtering van de algemene gezondheidsstatus en kwaliteit van leven (mediaan 4,3 maanden versus 3,0 maanden; HR 0,75; p=0,0059) en verslechtering van vermoeidheid (mediaan 2,2 versus 1,4 maanden; HR 0,73; p=0,0021) was langer met SG dan met chemotherapie. Het veiligheidsprofiel van SG was consistent met wat eerder gepubliceerd is. Er was één met SG samenhangend fataal adverse event (septische shock veroorzaakt door neutropene colitis).

De onderzoekers concluderen dat SG vergeleken met chemotherapie resulteerde in langere overleving, hogere ORR, en betere kwaliteit van leven onder patiënten met eerder-behandeld, endocrien-resistent HR+ en HER2- mBC.

1.Rugo HS, Bardia A, Marmé F et al. Overall survival with sacituzumab govitecan in hormone receptor-positive and human epidermal growth factor receptor 2-negative metastatic breast cancer (TROPiCS-02): a randomised, open-label, multicentre, phase 3 trial. Lancet 2023; epub ahead of print

Summary: The multinational phase 3 TROPiCS-02 trial found that among patients with pretreated, endocrine-resistant HR+ and HER2- metastatic breast cancer, sacituzumab govitecan compared with physician’s choice of chemotherapy resulted in longer overal survival, higher objective response rate, and better quality of life.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Overall survival na Mohs chirurgie versus wide local excision voor vroeg-stadium merkelcelcarcinoom (0)
2023-08-24 12:00   ( Nieuws )
Tags:  early-stage MCC MMS vs WLE
Dr. John CarucciMerkelcelcarcinoom (MCC) is een cutaan maligne neoplasme met toenemende incidentie en hoge mortaliteit. De optimale behandeling is chirurgie, maar de optimale chirurgische benadering is niet duidelijk. Volgens de National Comprehensive Cancer Network richtlijnen kan voor gelokaliseerd MCC zowel Mohs micrografische chirurgie (MMS) als wide local excision (WLE) toegepast worden. Een retrospectieve cohortstudie op basis van gegevens in de National Cancer Database heeft uitkomsten na MMS versus WLE voor vroeg-stadium MCC vergeleken. Dr. John Carucci (New York University) en collega’s publiceren de studie in JAMA Dermatology.1

In de NCDB identificeerden de onderzoekers 2313 patiënten met een diagnose T1-T2 MCC met pathologisch bevestigde negatieve regionale lymfeklieren, die chirurgie ondergingen tussen begin 2004 en eind 2018. De gemiddelde leeftijd was 71 ± 10,6 jaar, en 57,9% waren mannen. MMS werd uitgevoerd in 37,2% van de patiënten en WLE in 62,8%. De niet-gecorrigeerde overall survival percentages waren beter na MMS dan na WLE: 87,4 ± 3,4% versus 86,1 ± 0,9% na drie jaar; 84,5 ± 3,9% versus 76,9 ± 1,2% na vijf jaar; en 81,8 ± 4,6% versus 60,9 ± 2,0 na tien jaar. In multivariate analyse was MMS geassocieerd met significant betere OS dan WLE (HR 0,59; p=0,04).

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met vroeg-stadium MCC, gebruik van MMS geassocieerd was met significant betere OS dan WLE.

1.Cheraghlou S, Doudican NA, Criscito MC et al. Overall survival after Mohs surgery for early-stage Merkel cell carcinoma. JAMA Dermatol 2023.2822

Summary: A retrospective study found that among patients with early-stage Merkel cell carcinoma, Mohs micrographic surgery was associated with significantly improved overall survival compared with wide local excision.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)