Dr. Shelley
Hwang (Duke University, Durham NC) en collega’s hebben een studie uitgevoerd
van de impact van verschillende behandelingen voor DCIS op ziektespecifieke en overall overleving. De uitkomsten van de studie worden vandaag online gepubliceerd in het Journal of the National Cancer Institute.1
De
onderzoekers identificeerde in de SEER-database 121.080 patiënten met een
DCIS-diagnose tussen 1991 en 2010. Drieënveertig procent van de patiënten
onderging lumpectomie plus radiotherapie, 26,5% kreeg alleen lumpectomie,
gevolgd door unilaterale (23,6%) en bilaterale (4,5%) mastectomie. Er waren
significante verschuivingen in deze percentages in de loop van de tijd. Het
percentage patiënten met SLNB nam toe van 9,7% tot 67,1% voor mastectomie en
van 1,4% tot 17,8% voor lumpectomie.
Vergeleken
met mastectomie was de overall survival
hoger voor lumpectomie met radiotherapie (HR 0,79; p<0,001) en lager voor
alleen lumpectomie (HR 1,17; p<0,001). De IPW-gecorrigeerde tien-jaars
ziektespecifieke overleving was het hoogst voor lumpectomie met radiotherapie
(98,9%) gevolgd door mastectomie (98,5%) en alleen lumpectomie (98,4%). De onderzoekers
concluderen dat de impact van de verschillende locoregionale behandelingen meer
verschilt voor OS dan voor DSS, hetgeen waarschijnlijk een reflectie is van
zowel patiënt-selectiebias als klinisch verwaarloosbare verschillen in
uitkomsten tussen de groepen.
1.Worney M, Akusevich I, Greenup R et al. Trends
in treatment patterns and outcomes for ductal carcinoma in situ. J Natl Cancer
Inst 2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)