Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Body mass index, PAM50-subtype, en uitkomsten in klierpositief mammacarcinoom

(0)2015-06-25 13:57   ( Nieuws )

Dr. Jennifer LigibelObesitas bij de diagnose mammacarcinoom is geassocieerd met slechte prognose, maar in slechts weinig studies waarin dit verband is gezien is gecorrigeerd voor behandelingsfactoren. Dr. Jennifer Ligibel (Dana-Farber Cancer Institute, Boston) en collega’s publiceren vandaag online in het Journal of the National Cancer Institute een analyse van uitkomsten van de CALGB 9741-studie.1 CALGB 9741 was een gerandomiseerde studie van doseringsdichtheid en volgorde van chemotherapie voor klierpositief mammacarcinoom. De patiënten kregen doxorubicine, cyclofosfamide en paclitaxel gedoseerd naar lichaamsgewicht.

Voor 1909 van de 2005 deelneemsters kon de body mass index bij diagnose berekend worden, en voor 1272 was het PAM50-subtype bekend. De mediane body mass index bij diagnose was 27,4 kg/m2. Tijdens mediaan 11 jaar follow-up recidiveerden 619 deelneemsters en overleden er 543. De body mass index bij diagnose was een statistisch signficante voorspeller van recidiefvrije overleving (HR per vijf eenheden toename 1,08; p=0,01) en overall survival (HR 1,08; p=0,02). Body mass index en PAM50-subtype waren onafhankelijke voorspellers van recidiefvrije overleving; er waren geen statistisch significante interacties.

De onderzoekers concluderen dat body mass index een statistisch significante prognostische factor was in patiënten die optimaal gedoseerde chemotherapie kregen. Nader onderzoek is vereist om te bepalen wat het effect is van gewichtsverlies op de uitkomsten in verschillende subtypen.

1.Ligibel JA, Cirrincione CT. Liu M et al. Body mass index, PAM50 subtype, and outcomes in node-positieve breast cancer: CALGB 9741 (Alliance). J Natl Cancer Inst 2015; epub ahead of print

Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren