Patiënten
met HER2-positieve borstkanker die adjuvante of neoadjuvante
trastuzumab-gebaseerde therapie hebben gekregen, hebben in de gemetastaseerde setting minder baat bij herbehandeling
met trastuzumab dan patiënten die niet voorheen met trastuzumab behandeld zijn.
Dit blijkt uit een studie die online gepubliceerd is in Cancer.1
Rashmi K.
Murthy (MD Anderson Cancer Center, Houston) en collega’s voerden een
retrospectieve studie uit bij 353 patiënten die bij het ACC met trastuzumab waren
behandeld als eerstelijns-therapie voor gemetastaseerde HER2-positieve
borstkanker. Van deze patiënten hadden er 75 in het adjuvante of neoadjuvante stadium
trastuzumab-gebaseerde therapie gekregen; 278 niet.
In de niet voorheen
met trastuzumab behandelde groep was het klinisch profijt (CR, PR of SD zes
maanden of langer) van behandeling met trastuzumab in de gemetastaseerde
setting 71%; in de groep die wel eerder met trastuzumab behandeld was bedroeg
het klinisch profijt 39%. De odds ratio voor klinisch profijt bedroeg 0,28
(p=0,0009); de odds ratio voor objectieve respons bedroeg 0,39 (p=0,038). In
univariate analyse was de mediane overleving langer in de groep die niet
voorheen met trastuzumab was behandeld (36 maanden) dan in de groep die wel
eerder met trastuzumab was behandeld (28 maanden; p=0,022). In multivariate
analyse werd tussen beide groepen geen significant verschil in overleving
gevonden.
De
onderzoekers concluderen dat eerdere blootstelling aan trastuzumab moet worden
meegenomen in behandelingsalgoritmes voor patiënten met gemetastaseerde HER2-positieve
borstkanker.
Referentie 1. Murthy RK, Varma A, Mishra P et al. Effect of
adjuvant/neoadjuvant trastuzumab trastuzumab on clinical outcomes in patients
with HER2-positive metastatic breast cancer. Cancer 2014;epub ahead of print.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)