Low-dose computed tomography (LDCT) long-screening is geassocieerd met vermindering van de longkankermortaliteit met ongeveer 20%. Een belangrijke barrière voor het implementeren van deze screening is het mogelijk ongunstige psychologische effect van een vals-positieve uitslag, die bij 20-50% van de gescreende personen voorkomt. Online in Cancer zijn nu de uitkomsten gepubliceerd van een onderzoek naar de impact van abnormale uitkomsten op de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven en angst/ongerustheid bij deelnemers aan de National Lung Screening Trial (NLST).¹ Corresponderend auteur van de studie is dr. Ilana Gareen (Brown University, Providence RI).

In de NLST werd LDCT vergeleken met chest X-ray screening (CXR). De onderzoekers vroegen 2812 deelnemers aan de NLST om één maand en zes maanden na de screening de SF-36 en de State Trait Anxiety Inventory vragenlijsten te beantwoorden. De respons bedroeg 82,4% na één maand en 70,8% na zes maanden. Van de respondenten had 69,2% LDCT-ondergaan, en 30,8% CXR.

Van de respondenten had 36,4% een vals-positieve uitslag; 2,2% een true-positive screen; 12,2% significant incidental findings; en 49,1% een negatieve uitslag. Er was na één en na zes maanden geen verschil in HRQoL of anxiety tussen de deelnemers met FP, SIF of negative screens. De korte- en lange-termijn HRQoL was lager en de anxiety was hoger bij TP-deelnemers in vergelijking met de overige deelnemers.

1. Gareen IF, Duan F, Greco EM et al. Impact of lung cancer screening results on participant health-related quality of life and state anxiety in the National Lung Screening Trial. Cancer 2014;epub ahead of print