![](http://edicola.sifweb.org/media/archivio/sifinforma/sif_cong34_foto_nl_60_2.jpg)
Bij inclusie in de studie gaven de deelnemers informatie over hun voedingsgewoonten door het beantwoorden van een voedselfrequentievragenlijst. Gedurende follow-up van mediaan 14,6 jaar werd bij 222 deelnemers CRC gediagnostiseerd. De inname van verzadigde vetzuren, totaal-mov’s, en n-6 mov’s was niet geassocieerd met het CRC-risico. De inname van n-3 mov’s was geassocieerd met een verhoogd CRC-risico (tertiel 3 versus tertiel 1 HR 1,44; p trend=0,04). Uit analyse van verschillende voedingsbronnen bleek dat alleen inname van n-3 mov’s uit niet-marine bronnen geassocieerd was met het CRC-risico.
Na stratificatie naar inname van voedingsvezel hoger of lager dan de mediane inname bleek dat het CRC-risicoverhogende effect van inname van n-3 mov’s alleen bestond in personen met een inname van voedingsvezel lager dan de mediaan (tertiel 3 versus tertiel 1 HR 1,96; p trend = 0,01). Er was geen associatie in deelnemers met een inname van voedingsvezel gelijk aan of hoger dan de mediaan.
De onderzoekers concluderen dat de studie suggereert dat de inname van n-3 mov’s door 55-plussers geassocieerd is met verhoogd CRC-risico. De risicoverhoging wordt vooral gedreven door andere bronnen dan vis. Er kan een complexe interactie met de inname van voedingsvezel bestaan.
1.Kraja B, Muka T, Ruiter R et al. Dietary fiber intake modifies the positive association between n-3 PUFA intake and colorectal cancer risk in a Caucasian population. J Nutr 2015; epub ahead of print