De klinische
impact van biologische heterogeniteit binnen HER2-positieve borstkanker wordt
nog niet goed begrepen. Dit schrijven Spaanse onderzoekers in een publicatie online in het Journal of the
National Cancer Institute.1 Dr. Aleix Prat (Hospital
Universitari de la Vall d’Hebron, Barcelona) zochten in The Cancer Genome Atlas
en METABRIC databases DNA-, RNA-, en eiwit-gegevens van 2225 primaire
borstkankers.
Uit de
analyses blijkt dat, vergeleken met klinisch HER2-negatieve borstkanker, in klinisch
HER2-positieve borstkanker de frequentie van HER2-enriched subtype verhoogd is
(47,0% versus 7,1%), en de frequentie van Luminal A (10,7% versus 39,0%) en
Basal-like (14,1% versus 23,4%) subtypes verlaagd. De waarschijnlijkheid van klinisch
HER2-positiviteit was 64,6% voor HER2-enriched; 20,0% voor Luminal B; 14,4%
voor Basal-like; en 7,3% voor Luminal A. Binnen de klinisch HER2-positieve
tumoren waren de expressies van HER2-gen en eiwit significant hoger in HER2-enriched
en Basal-like subtypes dan in de beide Luminal subtypes. De
klinisch-HER2-status en het nieuwe tien-subtype copy numbered-based classificatiesyteem
voegden beide geen onafhankelijke prognostische waarde toe aan de intrinsic
subtype indeling.
1. Prat A, Carey LA, Adamo B et al. Molecular
features and survival outcomes of the intrinsic subtypes within HER2-positive
breast cancer. J Natl Cancer Inst 2014;epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)