De TN-patiënten waren jonger, hadden hogere graad tumoren, presenteerden zich met meer gevorderd stadium, ondergingen vaker mastectomie, en hadden een hogere mammaspecifieke mortaliteit (p<0,05 voor alle vergelijkingen). In univariate analyse was HER2-positiviteit geassocieerd met kortere overall survival (HR 1,90; p=0,031) en hadden TN-patiënten een slechtere prognose (HR 5,10; p=0,0004). In multivariate analyse hadden oudere patiënten, patiënten met stadium IV, en patiënten met TN-tumoren significant slechtere OS.
De onderzoekers concluderen dat naast leeftijd en stadium ook tumorsubtype van invloed is op overleving in MaBC.
1.Leone JP, Leone J, Zwenger AO et al. Prognostic significance pf tumor subtypes in male breast cancer: a population-based study. Breast Cancer Res Treat 2015; epub ahead of print