![Dr. Edith Perez](http://members.jacksonville.com/sites/default/files/imagecache/superphoto/editorial/images/files/editorial/images/images/mdControlled/cms/2009/05/23/442925024.jpg)
Er waren 162 gebeurtenissen. De mediane follow-up voor recidiefvrije overleving was 6,9 jaar. In multivariate analyse na correctie voor klierstatus, hormoonreceptorstatus, behandelarm, tumorgrootte, tumorgraad en leeftijd was een S-TILs niveau van 60% of hoger significant geassocieerd met RFS (HR 0,20; p=0,007) in arm A maar niet in arm C (p=0,87). Semi-continue decielen van de S-TILs niveaus waren geassocieerd met RFS in arm A (p<0,0002) maar niet in arm C (p=0,37). Hormoonreceptorstatus was een onafhankelijke prognostische factor in arm A (HR 0,61; p=0,02) maar niet in arm C (p=0,42). In arm A waren de tien-jaars RFS Kaplan-Meier schattingen 90,9% voor hoge S-TILs versus 64,3% voor lage S-TILs (HR 0,23; =0,013). In arm C kwamen deze schattingen uit op 80,0% versus 79,6,1% (p=0,79).
Perez en collega’s concluderen dat hogere S-TILs geassocieerd waren met betere RFS in patiënten die chemotherapie hadden gekregen, maar niet in patiënten die chemotherapie plus trastuzumab hadden gekregen. Patiënten met S-TILs lager dan 60% hadden baat bij toevoeging van trastuzumab aan chemotherapie; dit gold niet voor patiënten met S-TILs hoger dan 60%. De onderzoekers zijn van plan (na bevestiging van deze resultaten in een onafhankelijk cohort) subtypes van S-TILs te identificeren, correlaties te zoeken tussen S-TILs en immuun-genprofielen, en uiteindelijk te onderzoeken of veranderingen in aantal en type van S-TILs kunnen leiden tot betere uitkomsten.
1.Perez EA et al, SABCS 2014, abstr. S1-06