![Prof. Sagar Lonial](https://winshipcancer.emory.edu/images/bio-imgs/faculty/sagar-lonial-2011.jpg)
De mediane follow-up was 24 maanden. De progressievrije overleving was 19,4 maanden in de Elo-Ld arm versus 14,9 maanden in de Ld-arm (HR 0,70; p=0,0004). De één-jaars PFS was 68% in de Elo-Ld arm versus 57% in de Ld-arm; de twee-jaars PFS was 41% in de Elo-Ld arm versus 27% in de Ld-arm. Lonial noemt het ‘particularly striking’ dat het verschil in werkzaamheid tussen de Elo-Ld arm en de Ld-arm groter lijkt te worden in de loop van de tijd, ‘which really speaks to the power of this immune-based approach.’
Het PFS-profijt van Elo werd ook in hoog-risico subgroepen gezien, zoals del(17p) en t(4;14). De ORR was 79% in de Elo-Ld arm versus 66% in de Ld-arm (p=0,0002). Tot de graad 3- en 4 bijwerkingen van Elo behoorden neutropenie en anemie. In 10% van de patiënten in de Elo-Ld arm werden milde infusiereacties gezien na de eerste doses. Tijdens de studie overleden 210 deelnemers: 94 in de Elo-Ld arm, 106 in de Ld-arm.
Lonial concludeert dat in de Elo-Ld arm een klinisch relevante 30%-verlaging van het risico van progressie of dood werd gezien, met ‘minimal added toxicity’ vergeleken met de controle-arm.
1.ASCO 2015; abstr 8508