Erlotinib is
een EGFR-kinaseremmer die wordt gebruikt als eerstelijns behandeling voor
longcarcinoom met EGFR-mutaties. Er
zijn anecdotische aanwijzingen dat erlotinib voortgezette ziektecontrole kan
leveren na objectieve progressie. Dr. Geoffrey Oxnard (Dana-Farber Cancer Institute,
Boston) en collega’s hebben deze veronderstelling systematisch onderzocht. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in Cancer.1
De
onderzoekers hebben factoren bestudeerd die van invloed waren op de time to treatment change (TTC, tijd
tussen progressieve ziekte en start van nieuwe behandeling of overlijden) in 92 eerstelijns-erlotinib behandelde patiënten
met gevorderd longcarcinoom en RECIST-gedefinieerde progressieve ziekte. Van
deze patiënten hadden 42 een EGFR-mutatie.
In het EGFR-mutant cohort was de
snelheid van progressie lager (p=0,003) en de TTC langer (p<0,001) dan in
het cohort zonder EGFR-mutatie. Onder
de patiënten met EGFR-mutaties bleef
66% na progressie op erlotinib-monotherapie, en 50% kon verandering in
systemische behandeling meer dan drie maanden uitstellen; slechts twee
patiënten kregen lokale debulking gedurende deze periode. In multivariate
analyse van patiënten met EGFR-mutant
tumoren waren langere tijd tot progressie, lagere snelheid van progressie, en
afwezigheid van nieuwe metastasen buiten de thorax geassocieerd met langere
TTC.
De
onderzoekers concluderen dat verandering van systemische therapie na progressie
gewoonlijk kan worden uitgesteld in patiënten met EGFR-mutant longcarcinoom.
1.Lo PC, Dahlberg SE, Nishino M et al. Delay of
treatment change after objective progression on first-line erlotinib in
epidermal growth factor receptor mutant lung cancer. Cancer 2015; epub ahead of
print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)