![Dr. David Hui](http://media.eurekalert.org/multimedia_prod/pub/rel/86437_rel.jpg)
De onderzoekers vroegen 120 hematologen en 120 solide-tumor specialisten van MD Anderson om deel te nemen aan de studie. De respons was 76%. Vergeleken met de solide-tumor specialisten waren de hematologen vaker geneigd tot het voorschrijven van systemische therapie met matige toxiciteit en geen overlevingsprofijt aan patiënten met ECOG performance status 4 en verwachte overleving van één maand (mediane voorkeur 4 versus 1, waar 1 staat voor ‘sterk gekant tegen de behandeling’, en 7 voor ‘sterk voor behandeling’). Dit verschil was statistisch significant (p<0,0001). Hematologen voelden zich minder ‘comfortable’ in het bespreken van dood en overlijden (72% versus 88%; p=0,007) en verwijzing naar een hospice (81% versus 93%; p=0,02), en voelden vaker dat ze tekort geschoten waren bij ziekteprogressie (46% versus 31%; p=0,04). In multivariate analyse waren hematologiespecialisme (OR 2,77; p=0,002) en comfort level met voorschrijven van behandeling aan ECOG 4-patiënten (OR 3,79; p=0,02) geassocieerd met de beslissing om in de laatste maand van het leven te behandelen.
De onderzoekers concluderen dat ze significante verschillen hebben gevonden tussen beide groepen in houdingen en overtuiging ten aanzien end-of-life zorg, en dat ze mogelijkheden hebben geïdentificeerd om deze zorg te standaardiseren.
1.Hui D, Bansai S, Park M et al. Differences in attitudes and beliefs toward end-of-life care between hematologic and solid tumor oncology specialists. Ann Oncol 2015; epub ahead of print