![Dr. Harrys Torres](https://www2.mdanderson.org/depts/oncolog/assets/images/13-2-1.jpg)
De onderzoekers voerden een case-controlstudie uit van medische dossiers van 34.545 nieuw-gediagnostiseerde kankerpatiënten die tussen 2004 en 2015 bij MD Anderson waren getest op antilichamen tegen HCV. De cases waren de 409 HNC-patiënten (164 orofarynx; 245 niet-orofarynx). De controls waren 694 patiënten met roken-geassocieerde carcinomen (378 long,168 slokdarm, 148 blaas). De prevalentie van HCV-seropositiviteit was 14,0% (95%-bti 8,7 tot 19,4%) in HNC-patiënten, significant hoger dan in de controlepatiënten (6,5%; 95%-bti 4,6 tot 8,3%). De prevalentie van HCV-seropositiviteit was met name hoog in HPV-positieve orofarxynxcarcinoompatiënten (16,9%) en HPV-positieve niet-orofarynx HNC-patiënten (20,0%). In multivariate analyse was HCV-seropositiviteit significant geassocieerd met niet-orofarynx, uitgezonderd nasofarynx, HNC (OR 2,85; 95%-bti 1,38 tot 5,88) en met HPV-positief HNC (OR 2,97; 95%-bti 1,31 tot 6,76).
De onderzoekers concluderen dat hepatitis C-virusinfectie geassocieerd is met niet-orofarynx, uigezonderd nasofarynx, en HPV-positief orofarynx HNC.
1. Mahale P, Sturgis EM, Tweardy DJ et al. Association between hepatitis C virus and head and neck cancers. J Natl Cancer Inst 2016; epub ahead of print