![Dr. Zhaoming Wang](https://i.ytimg.com/vi/M-4MofUORNI/hqdefault.jpg)
De analyse includeerde 815 vijf-jaars overlevers van pediatrisch of adolescent Hodgkin lymfoom en 565 overlevers van pediatrisch of adolescent non-Hodgkin lymfoom. Iets meer dan de helft (54,2% van de overlevers waren mannen; de mediane leeftijd bij diagnose was 13,4 jaar (range 1,1-22,7). In een vergelijking met maligniteitenvrije controlepersonen in de Genome Aggregation Database was er een significante associatie tussen BRCA2-kiemlijmutaties en het risico van lymfoom (OR 3,3; 95%-bti 1,7-5,8). De associatie was statistisch significant voor non-Hodgkin lymfoom (OR 5,0; 95%-bti 2,1-10,2) maar niet voor Hodgkin lymfoom (OR 2,1; 95%-bti 0,7-5,1).
De onderzoekers concluderen dat de analyse een significante associatie heeft laten zien tussen BRCA2-kiemlijnmutaties en het risico van non-Hodgkin lymfoom in kinderen en adolescenten.
1.Wang Z, Wilson CL. Armstrong GT et al. Association of germline BRCA2 mutations with the risk of pediatric or adolescent non-Hodgkin lymphoma. JAMA Oncol 2019; epub ahead of print
Summary: An analysis in the cohorts of the St Jude Lifetime Study and the Childhood Cancer Survival Study (1380 survivors of pediatric or adolescent Hodgkin lymphoma or non-Hodgkin lymphoma) found a statistically significant association between lymphoma and mutations in BRCA2 (OR 3.3; 95% CI 1.7-5.8). The association was significant for non-Hodgkin lymphoma (OR 5.0; 95% CI 2.1-10.2) but not for Hodgkin lymphoma (OR 2.1; 95% CI 0.7-5.1).