In patiënten die radiotherapie krijgen voor hoofd-hals squameus celcarcinoom wordt vaak aanzienlijk verlies van lichaamsgewicht gezien. Dr. Aaron Grossberg (MD Anderson Cancer Center, Houston) en collega’s hebben onderzocht wat de impact is van lichaamssamenstelling bij aanvang en na de behandeling op de overleving. De uitkomsten van de retrospectieve studie zijn online gepubliceerd in JAMA Oncology.¹

Tussen begin oktober 2003 en eind augustus 2013 kregen 2840 HNSCC-patiënten bij MD Anderson curatieve RT. Van 190 patiënten waren skeletspier (SM) CT-scans voor en na RT beschikbaar; deze patiënten werden geïncludeerd voor de analyse. De gemiddelde leeftijd van de 160 mannen en 30 vrouwen was 57,7 jaar (SD 9,4 jaar). SM-depletie, gedefinieerd als L3 SM-index minder dan 52,4 cm²/m² voor mannen en minder dan 38,5 cm²/m² voor vrouwen, werd gezien in 67 patiënten (35,3%) voor RT en 58 additionele patiënten (30,5%) na RT.

De mediane follow-up was 68,6 maanden. SM-depletie voor RT was voorspellend voor slechtere overall survival (HR 1,92; p=0,007). SM-depletie na RT was eveneens voorspellend voor slechtere OS (HR 2,03; p=0,04). Hogere body mass index voor RT was geassocieerd met betere OS (per toename van de BMI met 1 kg/m² HR 0,91; p<0,001). Gewichtsverlies na RT zonder SM-depeletie was niet van invloed op de overleving.

De onderzoekers concluderen dat in RT-behandelde HNSCC-patiënten verminderde SM-massa de overleving kan voorspellen, terwijl gewichtverlies na RT niet voorspellend is voor de overleving.

1.Grossberg AJ, Chamchod S, Fuller CD et al. Association of body composition with survival and locoregional control of radiotherapy-treated head and neck squamous cell carcinoma. JAMA Oncol 2016; epub ahead of print