![Prof. Ho-Seong Han](http://singhealthsc.com.sg/sites/uat.singhealth.site.gsi.sg/files/styles/speaker_detail__214x214_/public/speakers/Track%206_Han%20Ho%20Seong.png?itok=E_cNOUFf)
De postoperatieve RLI werd bepaald met CT. Ernstige RLI werd vastgesteld in 98 patiënten (29,9%). Deze patiënten hadden meer complicaties en langer verblijf in het ziekenhuis dan patiënten met minimale RLI. Onafhankelijke risicofactoren voor ernstige RLI waren preoperatieve geschiedenis van transarteriële embolisatie (OR 1,77; p=0,04), toepassing van de Pringle manoeuvre (OR 1,96; p=0,03), en langere operatieduur (p<0,001). Ernstige versus minimale RLI was geassocieerd met hogere vroeg-recidiefpercentages (binnen zes maanden 60,2% versus 9,6%; binnen twaalf maanden 79,6% versus 18,7%), slechtere ziektevrije overleving (OR 5,15; p<0,001) en slechtere overall survival (OR 6,98; p<0,001).
De onderzoekers concluderen dat ernstige RLI na hepatectomie voor HCC geassocieerd is met slechte oncologische uitkomsten.
1.Cho JY, Han H-S, Choi YR et al. Association of remnant liver ischemia with early recurrence and poor survival after liver resection in patients with hepatocellular carcinoma. JAMA Surg 2017; epub ahead of print