In retrospectieve
studies zijn aanwijzingen gezien voor een associatie van immuungerelateerde
bijwerkingen (irAEs) en werkzaamheid van checkpointremmers. Er zijn echter geen
prospectieve studies uitgevoerd die deze aanwijzingen kunnen bevestigen. Dr.
Keisuke Tomii (Algemeen Ziekenhuis Kobe, Japan) en collega’s hebben nu een
prospectieve studie uitgevoerd van de associatie van vroege irAEs met de
uitkomsten van nivolumab-behandeling voor gevorderd niet-kleincellig
longcarcinoom. Ze publiceren de studie online in het Journal of Thoracic
Oncology.1
De studie
includeerde 43 patiënten die tussen januari en december 2016 nivolumab kregen
voor gevorderd NSCLC. Er waren negentien patiënten die twee weken na het begin
van de behandeling irAEs rapporteerden (rash, koorts, en diarree). Positiviteit
voor expressie van PD-L1 door de tumorcellen was niet significant verschillend
tussen patiënten met en patiënten zonder irAEs. Objectieve respons werd gezien
in 37% van de patiënten met irAEs versus 17% van de patiënten zonder irAEs
(p=0,17), en ziektecontroles werd gezien in 74% van de patiënten met irAEs
versus 29% van de patiënten zonder irAEs (p<0,01). De mediane
progressievrije overleving was 6,4 maanden in de groep patiënten met irAEs
versus 1,5 maanden in de groep patiënten zonder irAEs (p=0,01). Er werden vergelijkbare
associaties gezien voor patiënten met en zonder irAEs zes weken na het begin
van de behandeling.
De
onderzoekers concluderen dat vroege irAEs geassocieerd waren met betere
uitkomsten na behandeling met nivolumab voor gevorderd NSCLC.
1.Teraoka S, Fujimoto D, Morimoto T et
al. Early immune-related adverse events and association with outcome in
advanced non-small cell lung cancer patients treated with nivolumab: a
prospective cohort study. J Thor Oncol 2017; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)