De I CARE (‘improving care after colon cancer treatment in the Netherlands’) studie
vergelijkt follow-up zorg voor overlevers van coloncarcinoom door huisartsen
versus chirurgen. In 2021 is gepubliceerd dat er in het eerste jaar van follow-up geen klinisch relevant
verschil was tussen beide groepen in verandering van kwaliteit van leven.
PhD-kandidaat Julien Vos (Amsterdam UMC) en collega’s publiceren in het Journal of the National
Cancer Institute detectie van recidief, een secundair eindpunt van de
studie.1
De studie
includeerde 303 patiënten, die werden gerandomiseerd naar follow-up zorg door
huisartsen (141 patiënten) of chirurgen (162 patiënten). De gemiddelde leeftijd
was 68,0 ± 8,4 jaar, en 67% van de patiënten waren mannen. Tijdens drie jaar
follow-up werden 46 recidieven gedetecteerd: 18 in de huisartsengroep (13%) en
28 in de chirurgengroep (17%). De meeste recidieven werden gedetecteerd door
abnormale resultaten van follow-up testen (74%) en behandeld met curatieve
intentie (59%). De HR voor detectie van recidief was 0,75 (95%-bti 0,41-1,36)
in de huisartsen- versus chirurgengroep. De patiënten in de huisartsengroep
bleven gemiddeld iets langer recidiefvrij dan de patiënten in de chirurgengroep
(2,76 versus 2,71 jaar). Tijdens de follow-up overleden 38 patiënten (21 aan
coloncarcinoom): 15 in de huisartsengroep (11%) versus 23 in de chirurgengroep
(14%; HR 0,76; 95%-bti 0,39-1,46).
De
onderzoekers concluderen dat follow-up door huisartsen versus chirurgen niet
resulteerde in significante verschillen in detectie van recidief of
mortaliteit.
1.Vos
JAM, Sert E, Busschers WB et al. Detection of colon cancer recurrences during follow-up care by general
practioners versus surgeons. J Natl Cancer Inst 2023; epub ahead of print
Summary: The
I CARE study in The Netherlands
randomized colon cancer survivors to follow-up care by general practioners or
surgeons. Detection of recurrences and mortality were similar in both groups.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)