![Dr. Stefan Michiels](https://0.academia-photos.com/4547867/1883446/2234985/s200_stefan.michiels.png)
Uit de analyse blijkt dat PFS sterk gecorreleerd was met OS op individueel niveau (ρ=0,93; 95%-bti 0,93-0,94) en op studieniveau (R2=0,95; 95%-bti 0,47-1,00). Voor DMFS was er ook een sterke correlatie met OS op individueel niveau (ρ=0,98; 95%-bti 0,98-0,98); op studieniveau was er ook een sterke correlatie maar kon de regressie gecorrigeerd voor measurement error niet berekend worden (niet-gecorrigeerde R2=0,96; 95%-bti 0,94-0,99). In sensitiviteitsanalyse was twee-jaars PFS sterk gecorreleerd met vijf-jaars OS op individueel niveau (ρ=0,89; 95%-bti 0,88-0,90) en op studieniveau (R2=0,85; 95%-bti 0,46-1,00), en was ook twee-jaar DMFS sterk gecorreleerd met vijf-jaars OS op individueel niveau (ρ=0,95; 95%-bti 0,94-0,95) en op studieniveau (R2=0,78; 95%-bti 0,33-1,00).
De onderzoekers concluderen dat PFS en DMFS valide surrogaat eindpunten zijn voor OS in studies van chemotherapie voor locoregionaal-gevorderd nasofarynxcarcinoom.
1.Rotolo F, Pignon J-P, Bourhis J et al. Surrogate end points for overall survival in loco-regionally advanced nasopharyngeal carcinoma: an individual patient data meta-analysis. J Natl Cancer Inst 2016; epub ahead of print