Ibrutinib is
in de Europese Unie en de Verenigde Staten geregistreerd voor patiënten met
mantelcellymfoom na één eerdere behandelng. In een eerdere fase 2-studie met
ibrutinib monotherapie is objectieve respons gezien bij 68%, maar 34% van de
patiënten had transiënte lymfocytose. Prof. Michael Wang (MD Anderson Cancer
Center, Houston) en collega’s hebben onderzocht of toevoeging van rituximab zou
kunnen leiden tot meer potente antitumoractiviteit. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in The Lancet Oncology.1
Deelnemers
aan de fase 2-studie waren vijftig patiënten (mediane leeftijd 67 jaar, range
45 tot 86 jaar), die mediaan drie (range één tot negen) eerdere behandelingen
voor mantellymfoom hadden gehad. De patiënten kregen oraal ibrutinib 560 mg
eenmaal daags en intraveneus rituximab 375 mg/m2 eens per week gedurende vier
weken van cyclus één, op de eerste dag van cycli drie tot acht, en vervolgens
om de andere cyclus tot twee jaar. Primaire eindpunten waren objectieve respons
en veiligheid.
Bij mediane
follow-up van 16,5 maanden werd objectieve respons gezien in 44 patiënten (88%;
95%-bti 75,7-95,5%) van wie 22 met complete respons (44%; 95%-bti 30,0-58,7%).
De enige graad 3-bijwerking in meer dan 10% van de patiënten was
atriumfibrilleren (in zes patiënten). Graad 4-diarree werd gezien in één
patiënt en graad 4-neutropenie eveneens in één patiënt. Bijwerkingen leidden
tot discontinuering van de behandeling in vijf patiënten. Twee patiënten
overleden tijdens de studie, waarvan één aan mogelijk aan de behandeling gerelateerde
septische shock.
1.Wang ML, Lee H, Chuang H et al. Ibrutinib in
combination with rituximab in relapsed of refractory mantle cell lymphoma: a
single-centre, open-label, phase 2 trial. Lancet Oncol 2015; epub ahead of
print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)