![](https://upload.wikimedia.org/wikipedia/en/thumb/1/16/Zhejiang_University_Logo.svg/800px-Zhejiang_University_Logo.svg.png)
De studie, uitgevoerd in twaalf centra, includeerde 583 patiënten die 1:1 werden gerandomiseerd naar 6 drieweekse cycli perioperatief (2-4 cycli voor en 4-2 cycli na de operatie) SOX of FOLFOX. Na exclusie van patiënten die niet volgens protocol behandeld werden bestond de SOX-groep uit 288 patiënten (mediane leeftijd 61 jaar; range 24-78) en de FOLFOX-groep uit 283 patiënten (62; 24-80). Het primaire eindpunt was het drie-jaars OS-percentage, met een absolute noninferioriteitsmarge van -8%. De figuur laat zien dat het drie-jaars OS-percentage 75,2% bedroeg in de SOX-groep versus 67,8% in de FOLFOX-groep, waarmee noninferioriteit van SOX vergeleken met FOLFOX werd bevestigd.
De onderzoekers concluderen dat perioperatief SOX niet-inferieur was ten opzichte van perioperatief FOLFOX voor patiënten met lokaal-gevorderd maagcarcinoom, en kan worden aanbevolen als alternatieve behandeling, althans voor patiënten in Azië.
1.Yu J, Gao Y, Chen L et al. Effect of S-1 plus oxaliplatin compared with fluorouracil, leucovorinplus oxaliplatin as perioperative chemotherapy for locally advanced, resectable gastric cancer. A randomized clinical trial. JAMA Network Open 2022;5:e220426
Summary: A multicenter randomized clinical trial in China found that among patients with locally advanced, resectable gastric cancer perioperative SOX was noninferior to perioperative FOLFOX.