![Prof. Ulrich Dührsen](https://bookinghealth.info/uploads/clinics/departments/5878e50176d0f.png)
De studie includeerde patiënten met nieuw-gediagnostiseerd NHL. De patiënten kregen twee cycli CHOP, of in geval van CD20-positief lymfoom rituximab (R)-CHOP, waarna ze een PET-scan ondergingen. PET-positieve patiënten werden gerandomiseerd naar zes additionele cycli R-CHOP of zes blokken intensief Burkitt lymfoom protocol. PET-negatieve patiënten met CD20-positief lymfoom kregen vier additionele cycli R-CHOP of vier additionele cycli R-CHOP plus twee extra doses rituximab. Het primaire eindpunt van de studie was gebeurtenisvrije overleving.
De studie includeerde 862 patiënten. In 108 patiënten (12,5%) was de interim-PET positief; in de overige 754 patiënten (87,5%) negatief. Tussen beide groepen patiënten waren er statistisch significante verschillen in EFS en OS. De uitkomst-voorspelling volgens PET was onafhankelijk van de International Prognostic Index.
Van de PET-positieve patiënten werden 52 gerandomiseerd naar R-CHOP en 56 naar het Burkitt-protocol. De twee-jaars EFS was 42,0% in de groep die R-CHOP kreeg versus 31,6% in de groep die het Burkitt-protocol kreeg (HR 1,501; p=0,1229). Het Burkitt-protocol veroorzaakte significant meer toxiciteit. Van de 754 PET-negatieve patiënten werden er 255 gerandomiseerd: 129 naar R-CHOP en 126 naar R-CHOP plus additioneel rituximab. De twee-jaars EFS in deze beide groepen was 76,4% versus 73,5% (p=0,8305).
De onderzoekers concluderen dat interim-PET de overleving voorspelde in patiënten die R-CHOP kregen voor agressief NHL. PET-gebaseerde intensivering van de behandeling resulteerde niet in verbetering van de uitkomsten.
1. Dührsen U, Müller S, Hertenstein B et al. Positron emission tomography-guided therapy of agressive non-Hodgkin lymphomas (PETAL): a multicenter, randomized, phase III trial. J Clin Oncol 2018; epub ahead of print