![Dr. Jonathan Yang](https://www.mskcc.org/sites/default/files/styles/large/public/node/126490/3x2/yang_1200x800.jpg)
De studie includeerde 63 patiënten met LM van niet-kleincellig longcarcinoom of mammacarcinoom. De patiënten werden 2:1 gerandomiseerd naar pCSI (n=42) of IFRT (n=21). Het primaire eindpunt was CNS-progressievrije overleving. Een geplande interimanalyse liet zien dat de CNS-PFS significant langer was met pCSI dan met IFRT (mediaan 7,5 maanden versus 2,3 maanden; p<0,001). Ook de overall survival was significant langer met pCSI dan met IFRT (mediaan 9,9 maanden versus 6,0 maanden; p=0,029). Er was geen verschil tussen beide groepen in het voorkomen van graad 3 of 4 treatment-related adverse events (p=0,19). In een groep van 35 patiënten met LM van andere solide tumoren dan NSCLC en BC resulteerde pCSI in mediane CNS-PFS van 5,8 maanden en mediane OS van 6,6 maanden.
De onderzoekers concluderen dat pCSI vergeleken met foton-IFRT resulteerde in verbetering van CNS-PFS en OS van patiënten met LM van NSCLC en BC, zonder toename van ernstige TRAEs.
1.Yang JT, Wijetunga NA, Pentsova E et al. Randomized phase II trial of proton craniospinal irradiation versus photon involved-field radiotherapy for patients with solid tumor leptomeningeal metastasis. J Clin Oncol 2022; epub ahead of print
Summary: A randomized phase 2 trial at Memorial Sloan Kettering Cancer Center compared proton craniospinal irradiation (pCSI) encompassing the entire CNS versus involved-field radiotherapy (IFRT) for leptomeningeal metastasis from non-small cell lung cancer and breast cancer. pCSI versus IFRT resulted in significantly improved CNS progression-free survival and overall survival.