![Dr. Nizar Tannir](https://faculty.mdanderson.org/content/dam/mdanderson/images/fis/nizar_tannir.jpg.resize.405.575.high.jpg)
De studie includeerde 69 patiënten die tenminste twee eerdere lijnen behandeling voor aRCC gekregen hadden, waaronder een VEGFR-gerichte TKI. De patiënten werden 2:1 gerandomiseerd naar telaglenastat plus everolimus (TelaE; n=46) of placebo plus everolimus (PboE; n=23). De behandeling werd voortgezet tot progressie of niet-acceptabele toxiciteit. Het primaire eindpunt was lokaal-beoordeelde progressievrije overleving. De mediane follow-up was 7,5 maanden. De figuur laat zien dat de mediane PFS 3,8 maanden was met TelaE versus 1,9 maanden met PboE (HR 0,64; p=0,079). In de TelaE-groep had één patiënt partiële respons en 26 stabiele ziekte, en in de PboE-groep hadden elf patiënten stabiele ziekte. Graad 3 of 4 treatment-emergent adverse events werden gezien 74% van de patiënten in de TelaE-groep en 61% van de patiënten in de PboE-groep.
De onderzoekers concluderen dat TelaE goed verdragen werd en vergeleken met PboE resulteerde in betere PFS in patiënten met aRCC die eerder tenminste twee lijnen behandeling hadden gekregen.
1.Lee C-H, Motzer R, Emamekhoo H et al. Telaglenastat plus everolimus in advanced renal cell carcinoma: a randomized, double-blinded, placebo-controlled, phase II ENTRATA trial. Clin Cancer Res 2022; epub ahead of print
Summary: The multicenter phase 2 ENTRATA trial found that the combination of the glutaminase inhibitor telagenastat and the mTOR inhibitor everolimus was well tolerated and improved PFS versus placebo-everolimus in patients with mRCC previously treated with TKIs and checkpoint inhibitors.