Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Impact van locatie van primaire tumor op overleving na SIRT en chemotherapie voor mCRC

(0)2017-07-02 13:26   ( Nieuws )

Prof. Guy van HazelEr komen steeds meer aanwijzingen beschikbaar voor een prognostische en predictieve rol van locatie van de primaire tumor in metastatisch colorectaalcarcinoom, met een slechtere prognose en respons op sommige behandelingen in patiënten met rechtszijdige primaire tumoren (RSP). In een nog niet gepubliceerde exploratieve analyse van de FOXFIRE-studie is echter een overlevingsvoordeel gezien voor RSP-patiënten die selectieve interne radiotherapie (SIRT) kregen. Prof. Guy van Hazel (University of Western Australia, Perth) en collega’s hebben een analyse uitgevoerd van de impact van locatie van de primaire tumor op de overleving in patiënten die SIRT en chemotherapie kregen in de SIRFLOX (SF) en FOXFIRE-Global (FFG) studies. Van Hazel presenteerde de analyse gisteren op het ESMO World Congress on Gastrointestinal Cancer 2017 in Barcelona.1

De SF- en FFG-studies includeerden patiënten met niet-eerder behandeld liver-only of liver-dominant mCRC. De patiënten werden 1:1 gerandomiseerd naar mFOLFOX6 chemotherapie of mFOLFOX6 plus SIRT (met 90Y-microspheres). De patiënten konden ook bevacizumab krijgen, als de locale behandelaar dat wenselijk achtte. RSP werd gedefinieerd als primaire tumor proximaal van de splenic flexure; LSP werd gedefinieerd als primaire tumor in de flexuur of distaal daarvan.

Van de 739 geïncludeerde patiënten (SF n=530; FFG n=209) hadden 179 een RSP (24,2%) en 540 een LSP (73,1%). In gecombineerde analyse van alle 739 patiënten hade toevoeging van SIRT aan chemotherapie geen impact op PFS (mediaan 11,1 maanden met SIRT versus 10,6 maanden zonder SIRT ; p=0,22) of OS (mediaan 24,3 maanden met SIRT versus 24,6 maanden zonder SIRT; p=0,84).

In de subgroep van patiënten met een RSP resulteerde toevoeging van SIRT aan chemotherapie echter tot significante verbetering van de OS (mediaan 22,0 maanden met SIRT versus 17,1 maanden zonder SIRT; HR 0,64; p=0,007). Deze verbetering werd niet gezien in patiënten met een LSP (mediaan 24,6 maanden met SIRT versus 25,6 maanden zonder SIRT), met significante locatie-behandelingsinteractie (p=0,002). In RSP-patiënten was de PFS niet-statistisch significant beter in de SIRT groep dan in de niet-SIRT groep (mediaan 10,8 versus 8,7 maanden; p=0,053); in LSP-patiënten was de mediane PFS 11,4 maanden met SIRT versus 10,8 maanden zonder SIRT; p=0,426).

De onderzoekers concluderen dat in gecombineerde analyse van de SF- en FFG-studies toevoeging van SIRT aan mFOLFOX6-chemotherapie resulteerde in statistisch en klinisch significante verbetering van de OS in patiënten met een RSP maar niet in patiënten met een LSP.

1. Van Hazel G et al. ESMO World Congress on Intestinal Cancer 2017; abstr. LBA-006

Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren