![Prof. Yasuhiro Kodera](https://publons.com/media/thumbs/academic/photos/ab67ff6e499144708dc7492cd9fc19bb.jpg.200x200_q95_crop_detail_upscale.jpg)
In de NAG zagen de onderzoekers na neoadjuvante therapie significante verslechtering van de prognostic nutrition index (p=0,004), neutrophil-to-lymphocyte ratio (p=0,04), platelet-to-lymphocyte ratio (p=0,007) en afname van de niveaus van retinol-binding protein (p=0,007) en prealbumine (p=0,03). Vergeleken met de CG was in de NAG op dag vijf na de operatief de recovery van snelle-turnover eiwitten significant slechter (p<0,05), maar er was een trend van snellere recovery in de RDI ≥ 80% NAG dan in de RDI < 80% NAG. Er waren geen significante verschillen tussen NAG en CG wat betreft incidentie van postoperatieve complicaties, duur van verblijf in het ziekenhuis, en tijd tot postoperatieve adjuvante therapie.
De onderzoekers concluderen dat neoadjuvante therapie voor pancreascarcinoom geassocieerd was met verslechtering van de voedingsstatus en met belemmering van de postoperatieve recovery van de voedingsstatus.
1.Tashiro M, Yamada S, Sonohara S et al. Clinical impact of neoadjuvant therapy on nutritional status in pancreatic cancer. Ann Surg Oncol 2018; epub ahead of print
Summary: A controlled study in Japan showed that neoadjuvant therapy for patients undergoing pancreatoduodenectomy for pancreas cancer may be associated with worsening of nutritional status and hampering postoperative recovery.