Er wordt
gedacht dat early onset pancreatic
malignancy (EOPM), gedefinieerd als een pancreasmaligniteit
gediagnostiseerd voor het vijftigste levensjaar, een afzonderlijk subtype van
de ziekte is, hoewel slechts weinig onderzoek van EOPM is uitgevoerd. Dr.
Alicia Beeghly-Fadiel en haar collega’s van
Vanderbilt University (Nashvile TN) hebben een vergelijkende studie uitgevoerd
van klinische kenmerken en overleving van EOPM en typical age-at-onset pancreasmaligniteit (TOPM). De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in het International Journal of Cancer.1
Tussen 1988
en 2014 werden bij het VUMC, in dit geval Vanderbilt University Medical Center,
1597 pancreasmaligniteiten gediagnostiseerd (PDACs en PNETs). Van de 1407 PDACs
waren 118 EOPM (8,4%). EOPM-PDAC was vergeleken met TOPM-PDAC geassocieerd met
significant betere overleving (HR 0,82; 95%-bti 0,67-1,00). Er waren tussen
EOPM-PDACs en TOPM-PDACs significante verschillen met betrekking tot
aanwezigheid van meerdere maligniteiten. De overlevings-associaties verschilden
significant voor verschillende rassen, ziektestadia, behandelingen en meerdere
maligniteiten.
Van de 190
PNETs waren 63 EOPM (33,2%). Ook voor PNETs waren EOPMs vergeleken met TOPMs
geassocieerd met procentueel betere overleving, zij het niet statistisch
significant (HR 0,80; 95%-bti 0,46-1,40). Maligne neuro-endocriene EOPM- en
TOPM-patiënten verschilden significant qua ziektestadium en tumorlocatie. De
overlevingsassociaties verschilden significant voor familiegeschiedenis van
pancreascarcinoom, ziektestadium, en bestaan van meerdere maligniteiten.
De
onderzoekers concluderen dat EOPM en TOPM onderscheiden entiteiten zijn. De
verschillen worden zowel gezien voor PDACs als voor PNETs.
1.Beeghly-Fadiel
A, Luu HN, Du L et al. Early onseet pancreatic malignancies: Clinical characteristics and survival
associations. Int J Cancer 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)