BCL2 speelt
een belangrijke rol in de regulering van apoptose in normale en maligne cellen.
In lymfoplasmacytische cellen van patiënten met Waldenströms macroglobulinemie
(WM) is overexpressie van BCL2 gezien. Venetoclax is een BCL2-antagonist, en
zet in vitro WM-cellen aan tot apoptose. Een multicenter fase 2-studie in de Verenigde
Staten heeft venetoclax monotherapie voor eerder-behandelde WM geëvalueerd. Dr.
Jorge Castillo (Dana-Farber Cancer Institute, Boston MA) en collega’s
publiceren de studie in het Journal of Clinical
Oncology.1
De studie
includeerde 32 patiënten, onder wie 16 die eerder BTK-remmers hadden gekregen.
Alle patiënten hadden de MYD88 L265P-mutatie,
en 17 patiënten hadden ook CXCR4-mutaties.
De patiënten kregen gedurende ten hoogste twee jaar venetoclax, met
startdosering 200 of 400 mg eenmaal daags, en vanaf week twee 800 mg eenmaal
daags. De figuur laat de werkzaamheid van venetoclax voor eerder-behandeld WM in
subgroepen zien. De mediane tijd tot mineure en majeure respons was 1,9
respectievelijk 5,1 maanden. Eerdere blootstelling aan BTK-remmers was
geassocieerd met langere tijd tot respons (mediaan 4,5 versu 1,4 maanden;
p<0,001). De mediane follow-up was 33 maanden, en de mediane progressievrije
overleving was 30 maanden. CXCR4-mutaties
hadden geen impact op respons of PFS. Het enige graad 3 of 4 treatment-related adverse event was
neutropenie (45% van de patiënten), inclusief één episode van febriele
neutropenie. Er waren geen graad 5 TRAEs.
De
onderzoekers concluderen dat venetoclax veilig en zeer actief was in patiënten
met eerder-behandeld WM, inclusief patiënten die eerder BTK-remmers hadden
gekregen. CXCR4-mutatiestatus was
niet van invloed op de werkzaamheid.
1.Castillo JJ, Allan JN, Siddiqi T et
al. Venetoclax in previously treated Waldenström macroglobulinemia. J Clin
Oncol 2021; epub ahead of print
Summary: A multicenter phase 2 study in the USA evaluated venetoclax monotherapy for
previously treated Waldenström macroglobulinemia. Venetoclax was safe and highly active, in patients
with and without previous exposure to BTK inhibitors. CXCR4 mutation status did not affect treatment response.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)