De studie includeerde 317 patiënten met R/R CLL of SLL, onder wie 247 die eerder een covalente BTK-remmer hadden gekregen. Onder deze 247 patiënten was het mediane aantal eerdere lijnen behandeling 3 (range 1-11), en 100 patiënten (40,5%) hadden ook een BCL2-remmer gekregen, zoals venetoclax. Het primaire eindpunt van de studie was percentage patiënten met overall respons of pirtobrutinib na falen van covalente BTK-remmer. Dit percentage bedroeg 73,3% (95%-bti 67,3-78,7). De mediane progressievrije overleving onder de 247 patiënten was 19,6 maanden (95%-bti 16,9-22,1). Onder alle 317 patiënten die pirtobrutinib kregen voor R/R CLL of SLL waren de meest-gerapporteerde adverse events infecties (71,0% van de patiënten), bloeding (42,6%), en neutropenie (32,5%). Negen van 317 patiënten (2,8%) discontinueerde pirtobrutinib vanwege een behandelings-gerelateerde bijwerking.
De onderzoekers concluderen dat pirtobrutinib werkzaam was onder patiënten met zwaar-voorbehandeld CLL of SLL die eerder een covalente BTK-remmer hadden gekregen.
1.Mato AR, Woyach JA, Brown JR et al. Pirtobrutinib after a covalent BTK inhibitor in chronic lymphocytic leukemia. N Engl J Med 2023;389:33-44
Summary: The multinational phase 1-2 BRUIN trial evaluated pirtobrutinib for relapsed or refractory CLL or SLL. Among patients who previously received a covalent BTK inhibitor, the percentage of patients with with an overall response to pirtobrutinib was 73.3% (95% CI 67.3-78.7). Only 2.8% of patients discontinued pirtobrutinib due to a treatment-related adverse event.