Er zijn
weinig behandelopties voor patiënten met kleincellig longcarcinoom (SCLC) na
falen van eerstelijns therapie. Lurbinectedine is een selectieve remmer van
oncogene transcriptie. Een fase 2 basket-studie in 26 ziekenhuizen in zes Europese
landen en de Verenigde Staten onderzocht werkzaamheid en veiligheid van
lurbinectedine voor SCLC na falen van eerstelijns platina-gebaseerde
chemotherapie. Dr. José Trigo (Universiteitsziekenhuis Málaga) en collega’s publiceren
de studie online in The Lancet Oncology.1
De studie
includeerde 105 volwassen patiënten met pathologisch bevestigd SCLC, ECOG
performance status 2 of beter, geen hersenmetastasen, adequate orgaanfunctie,
en tenminste drie weken na de laatste chemotherapie. De patiënten kregen
intraveneus lurbinectedine 3,2 mg/m2 iedere drie weken tot
ziekteprogressie of niet-acceptabele toxiciteit. Het primaire eindpunt van de
studie was percentage patiënten met respons.
De mediane
follow-up was 17,1 maanden (IQR 6,5-25,3). Respons werd gezien in 37 patiënten
(ORR 35,2%; 95%-bti 26,2-45,2). De meest-waargenomen graad 3 of 4 adverse events waren anemie (9% van de
patiënten), leukopenie (29%), neutropenie (46%), en trombocytopenie (7%).
Ernstige TRAEs werden gezien in elf patiënten (vooral neutropenie en febriele
neutropenie). Er waren geen graad 5 TRAEs.
De
onderzoekers concluderen dat lurbinectedine activiteit had als tweedelijne
therapie voor SCLC in termen van overall respons, en een acceptabel en manageable veiligheidsprofiel had.
1.Trigo
J, Subbiah V, Besse B et al. Lurbinectedin
as second-line treatment for patients with small-cell lung cancer: a single-arm,
open-label, phase 2 basket trial. Lancet Oncol 2020; epub ahead of print
Summary: A phase 2 study in 26 hospitals in
seven countries found activity of lurbinectedin for SCLC after failure of
platinum-based chemotherapy. Lurbinectedin had an acceptable and manageable
safety profile.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)