Neoadjuvante
therapie verbetert de lange-termijn overleving na oesofagectomie voor voor
slokdarmcarcinoom, maar het is niet nog duidelijk of neoadjuvante
chemoradiotherapie (nCRT) meer of minder profijt levert dan neoadjuvante
chemotherapie (nCT). Fredrik Klevebro, graduate
student bij het Karolinska Instituut (Stockholm) en collega’s hebben een gerandomiseerde
studie uitgevoerd van nCT versus nCRT voor carcinoom van de slokdarm of de
maag-slokdarmovergang. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in Annals of Oncology.1
Deelnemers
aan de multicenterstudie in Zweden en Noorwegen waren 181 patiënten die kandidaat
waren voor behandeling met curatieve intentie. De deelnemers werden
gerandomiseerd naar nCT of nCRT (drie cycli platine/5-FU; 40 Gy concomitante RT
in de nCRT-arm) gevolgd door chirurgie met tweevelds-lymfadenectomie. Het
primaire eindpunt van de studie was histologisch complete respons na de
neoadjuvante behandeling. Dit eindpunt werd bereikt in 28% van de patiënten na
nCRT versus 9% na nCT (p=0,002). Lymfekliermetastasen werden gezien in 35% na
nCRT versus 62% na nCT (p=0,001). R0-resecctie werd uitgevoerd in 87% na nCRT
versus 74% na nCT (p=0,04). Er was tussen beide armen geen verschil in overall survival.
De
onderzoekers concluderen dat toevoeging van radiotherapie aan neoadjuvante
chemotherapie resulteerde in verhoging van het percentage patiënten met histologisch
complete respons en R0-resectie en verlaging van de frequentie van
lymfekliermetastasen, zonder significante impact op de overleving.
1.Klevebro F, Alexandersson von Döbeln G, Wang N
et al. A randomised clinical trial of neoadjuvant chemotherapy vs. neoadjuvant
chemoradiotherapy for cancer of the oesophagus or gastro-oesophageal junction.
Ann Oncol 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)