![Prof. Michael Untch](https://www.siebenbuerger.de/bild/zeitung/2018/untch_2016.jpg)
De patiënten kregen neoadjuvant epirubicine (E) plus cyclofosfamide (C), gevolgd door docetaxel (T) in combinatie met hetzij lapatinib (L) of trastuzumab (H). De ECH-TH arm telde 307 patiënten; de ECH-TL arm 308. Na de chirurgie kregen alle patiënten trastuzumab gedurende 12 (ECH-TH) of 18 (ECH-TL) maanden. De mediane follow-up was 55 maanden. De drie-jaars ziektevrije overleving (DFS), distante ziektevrije overleving (DDFS), en overall survival (OS) waren niet-significant verschillend tussen beide armen. De lange-termijn uitkomsten waren wel significant gecorreleerd met het bereiken van pCR: DFS-HR 0,63 (p=0,042); DDFS-HR 0,55 (p=0,021); en OS-HR 0,31 (p=0,004). In de trastuzumab-arm, maar niet in de lapatinib-arm, was OS beter voor patiënten die pCR hadden bereikt dan voor patiënten die geen pCR hadden bereikt (HR 0,15; p=0,010). In beide armen was er geen impact van hormoonreceptor-status op DFS en DDFS, maar de OS was significant beter in de HR-positieve patiënten die neoadjuvant lapatinib gevolgd door adjuvant trastuzumab hadden gekregen (HR 0,32; p=0,019). In het HR-negatieve cohort was pCR significant geassocieerd met DFS, DDFS, en OS.
De onderzoekers concluderen dat het bereiken van pCR gecorreleerd was met lange-termijn uitkomsten. In patiënten met hormoonreceptor-positieve tumoren was verlengde anti-HER2 therapie (neoadjuvant lapatinib gedurende 6 maanden gevolgd door adjuvant trastuzumab gedurende 12 maanden) geassocieerd met significante verbetering van OS vergeleken met alleen trastuzumab-behandeling.
1. Untch M, von Minckwitz G, Gerber B et al. Survival analysis after neoadjuvant chemotherapy with trastuzumab or lapatinib in patients with human epidermal growth factor receptor-positive breast cancer in the GeparQuinto (G5) study (GBG 44). J Clin Oncol 2018; epub ahead of print