In de beide databases tezamen identificeerden de onderzoekers 9017 vrouwen in de leeftijd van 15 tot 45 jaar die voor inclusie in de analyse in aanmerking kwamen. FSS werd gedefinieerd als unilaterale salpingo-ovariëctomie en uteruspreservatie, terwijl bilaterale salpingo-ovariëctomie en hysterectomie werden beschouwd als niet-FSS. In beide databases waren jongere leeftijd, meer recente EOC-diagnose en geen adjuvante chemotherapie significant geassocieerd met hogere waarschijnlijkheid van FSS. Onder vrouwen met stadium II tot en met IV sereus EOC was FSS significant geassocieerd met slechtere overall survival (HR 1,61; 95%-bti 1,22-2,12). In andere subgroepen gedefinieerd volgens stadium en graad of volgens stadium en histologie was FSS niet significant geassocieerd met OS.
De onderzoekers concluderen dat FSS voor sommige groepen vrouwen met EOC veilig was, maar voor vrouwen met gevorderd-stadium sereus EOC geassocieerd was met slechtere overleving.
1.Crafton SM, Cohn DE, Llamocca EN et al. Fertility-sparing surgery and survival among reproductive-age women with epithelial ovarian cancer in 2 cancer registries. Cancer 2019; epub ahead of print
Summary: An analysis of the SEER database and the National Cancer Database found that fertility-sparing surgery for epithelial ovarian cancer was associated with poor survival in the group of women with stage II to IV serous EOC, but seemed to be safe for other subgroups defined by stage and grade or by stage and histology.