In de
CALGB/Alliance 40603-studie zijn 443 patiënten met operabel stadium 2 of 3
triple-negatief mammacarcinoom geïncludeerd. De patiënten werden gerandomiseerd
naar toevoegen van carboplatin of bevacizumab aan standaard neoadjuvante
chemotherapie (paclitaxel, doxorubicine en cyclofosfamide). Het primaire
eindpunt van de studie was pathologisch complete respons. Eerder is gepubliceerd dat pCR in borst en in borst/axilla verbeterde door zowel toevoeging van
carboplatin als door toevoeging van bevacizumab. Dr. William Sikov (Brown
University, Providence RI) presenteerde op het San Antonio Breast Cancer
Symposium de impact van het bereiken van pCR in borst op de gebeurtenisvrije en
de overall overleving in CALGB/Alliance 40603.1
De mediane
follow-up was 39 maanden (range 28-66 maanden). Tijdens de follow-up werden 110
EFS-gebeurtenissen en 77 OS-gebeurtenissen gezien. Na drie jaar was de overall
EFS 74,1% en de OS 83,2%. De 231 patiënten met pCR hadden een drie-jaars EFS
van 84,8%; de 212 patiënten zonder pCR hadden een drie-jaars EFS van 61,8% (HR
0,33; 95%-bti 0,22-0,50). De HR van OS voor pCR versus non-pCR was 0,28
(95%-bti 0,17-0,46).
De
onderzoekers concluderen dat het bereiken van pCR na neoadjuvante chemotherapie
in patiënten met TNBC geassocieerd is met betere EFS en OS. De studie had niet
voldoende statistische power om de impact van toevoeging van carboplatin of
bevacizumab aan de neoadjuvante chemotherapie op deze eindpunten te bepalen.
1.SABCS 2015;
abstr. S2-05
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)