Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Profijt van genoomprofileren van gevorderde solide tumoren in de klinische praktijk


Prof. Arul ChinnaiyanGebruik van next-generation sequencing (NGS) van gevorderde solide tumoren voor het identificeren van klinisch actionabele genomische targets neemt toe in de klinische praktijk, maar het klinisch profijt van deze testen is niet goed bekend. Een studie van de University of Michigan (Ann Arbor) heeft dit profijt geïnventariseerd. Prof. Arul Chinnaiyan en collega’s publiceren de studie in JAMA Oncology.1



Tussen begin mei 2011 en eind februari 2018 ondergingen 1138 patiënten genoomprofileren van gematcht tumor en normaal DNA (analyse van 1700 genen) en tumor RNA-sequencing. De sequencing was succesvol in 1015 patiënten (89,2%). Potentieel actionabele veranderingen werden gedetecteerd in 817 patiënten (80,5%) van wie 132 (16,2%) sequencing-geleide therapie kregen. Onder deze 132 patiënten waren er 49 (37,1%) met klinisch profijt na zes maanden en 26 (19,7%) met exceptionele respons, gedefineerd als behandeling gedurende twaalf maanden of langer. Pathogene kiemlijnvarianten werden geïdentificeerd in 160 patiënten (15,8% van het cohort), waaronder 49 pathogene kiemlijnvarianten met therapeutische relevantie. Onder de 55 patiënten met carcinoom met onbekende origine (CUP) identificeerde NGS de primaire site in 28 (50,9%); sequencing-geleide therapie in 13 patiënten resulteerde in klinisch profijt in 7 patiënten (53,8%) en exceptionele respons in 5 patiënten (38,5%).

De onderzoekers concluderen dat de studie steun biedt aan een aanbeveling voor gericht kiemlijntesten in alle patiënten met gevorderde maligniteiten en voor NGS-profilering van patiënten met CUP en andere zeldzame maligniteiten.

  • 1.Cobain EF, Wu Y-M, Vats P et al. Assessment of clinical benefit of integrative genomic profiling in advanced solid tumors. JAMA Oncol 2021; epub ahead of print

Summary: A study at the University of Michigan (Ann Arbor) found that in clinical practice next-generation sequencing of advanced solid tumors detected potentially actionable genomic alterations in 80.5% of patients. Of these 16.2% received sequencing-directed therapy, of whom 37.1% had clinical benefit, with exceptional responses in 19.7% of treated patiënts. Pathogenic germline variants were detected in 15.8%, including PGVs with therapeutic relevance in 4.8%.

Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren