![Dr. Barry Taylor](https://www.mskcc.org/sites/default/files/styles/large/public/node/113212/3x2/taylor-barry_0.jpg)
De onderzoekers voerden prospectief klinische sequencing uit in 1004 primaire en recidiverende tumoren van 923 glioompatiënten. Dertien procent van de patiënten hadden een pathogene kiemlijnvariant, onder wie een subset geassocieerd met erfelijke syndromen en varianten die DNA-schadehersteldysfuncties kunnen veroorzaken. In astrocytomen werden genomische veranderingen in effectoren van celcyclus-progressie gecorreleerd met agressieve ziekte onafhankelijk van IDH-mutatiestatus vooral gezien in groeiende tumoren (44% versus 8%; p<0,001); deze veranderingen waren geassocieerd met snelle ziekteprogressie na recidief (HR 2,6; p=0,02) en gingen waarschijnlijk vooraf aan alkylerende therapie-geassocieerde somatische hypermutatie. Tweeëndertig procent van de patiënten hadden een potentieel actionabele lesie, onder wie 11% gerichte therapie kregen. In BRAF-gemuteerde gliomen werd respons op targeted therapy beïnvloed door mutatiekenmerken.
De onderzoekers concluderen dat de studie genomische correlaten van ziekteprogressie of respons op behandeling van gliomen heeft onthuld. Er kan een rol zijn voor genomische informatie in het proces van behandelkeuzen voor glioom.
1.Jonsson P, Lin AL, Young RJ et al. Genomic correlates of disease progression and treatment response in prospectively characterized gliomas. Clin Cancer Res 2019; epub ahead of print
Summary: A study at Memorial Sloan Kettering Cancer Center (New York) revealed genomic correlates of disease progression or treatment response in diverse types of glioma. There may be utility of incorporating genomic information into the clinical decision-making for patients with glioma.