De associaties
van leeftijd en menopauzale hormoontherapie met het risico van mammacarcinoom
(BC) verschillen voor interval- versus screening-gedetecteerd BC. Voor associaties
met andere risicofactoren is er minder duidelijkheid over het verschil tussen beide
wijzen van detectie. Een prospectieve studie in het Verenigd Koninkrijk heeft
deze associaties geïnventariseerd. Dr. Isobel Barnes (University of Oxford) en
collega’s publiceren de studie in het International
Journal of Cancer.1
De analyse
is uitgevoerd in het cohort van de Million Women Study, die overigens slechts
517.555 deelneemsters telt. Tijdens gemiddeld 9,72 jaar follow-up werden in het
cohort 9421 screening-gedetecteerde en 5166 interval-BCs gezien. De figuur laat uitkomsten van de analyses zien. Hogere body mass index was geassocieerd
met minder sterke toename van interval BC (RR per toename met 5 eenheden 1,07;
95%-bti 1,03-1,11) dan van screening-gedetecteerd BC (1,27; 1,23-1,30); een
eerstegraads familiegeschiedenis van BC was geassocieerd met sterker toegenomen
risico van interval BC (1,81; 1,68-1,95) dan van screenings-gedetecteerd BC
(1,52; 1,43-1,61); en voorafgaande borstchirurgie was geassocieerd met sterker
verhoogd risico van interval BC (1,85; 1,72-1,99) dan van
screenings-gedetecteerd BC (1,34; 1,26-1,42). Deze verschillen in associaties
bleven relatief ongewijzigd na correctie voor tumorgraad.
De
onderzoekers concluderen dat de waargenomen factoren van invloed kunnen zijn op
de sensitiviteit van de screening.
1.Barnes I, Garcia-Closas M, Gathani T
et al. A comparative analysis of risk factor associations with interval and
screen-detected breast cancers: a large UK prospective study. Int J Cancer
2024.34968
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)