De
introductie van rituximab heeft geresulteerd in aanzienlijke verbetering van de
uitkomsten van vroeg-stadium diffuus grootcellig B-cel lymfoom, en heeft geleid
tot twijfels aan de waarde van gebruik van consoliderende radiotherapie voor
DLBCL na introductie van rituximab. Dr. Waqar Haque (Greater Houston Physicians
in Medicine Association) en collega’s hebben een bevolkings-gebaseerde studie
uitgevoerd van de waarde van radiotherapie voor DLBCL in het pre-en het post-rituximab tijdperk. Ze
publiceren de uitkomsten van de studie online in Radiotherapy
& Oncology.1
De studie is
gebaseerd op SEER-gegevens van 34.680 patiënten met stadium I of II DLBCL die werden
behandeld in het pre-rituximab tijdperk (1992-2001) of het post-rituximab tijdperk
(2002-2011). Voor introductie van rituximab kreeg 35,2% van de patiënten
radiotherapie; na introductie van rituximab kreeg 29,9% van de patiënten
radiotherapie. Het verschil is statistisch significant (p<0,001). Gebruik
van RT was voor introductie van rituximab geassocieerd met betere overall
survival (HR 0,797; 95%-bti 0,756-0,841). Dit was ook het geval na introductie
van rituximab (HR 0,745; 95%-bti 0,702-0,789). Ook in propensity-score
gematchte analyse was RT-gebruik geassocieerd met betere OS in de pre-rituximab
era (HR 0,844; 95%-bti 0,793-0,897) en in de post-rituximab era (HR 0,754;
95%-bti 0,703-0,809).
De
onderzoeker concluderen dat introductie van rituximab heeft geleid tot afname
van het gebruik van radiotherapie voor stadium I en II DLBCL, maar dat
radiotherapie ook na introductie van rituximab de overleving van de patiënten
verbetert.
1.Haque W, Dabaja B, Tann A et al. Changes
in treatment patterns and impact of radiotherapy for early stage diffuse large
B cell lymphoma after rituximab: A population-based analysis. Radiotherapy
& Oncology 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)