Een tweede
primaire maligniteit in overlevers van een eerste maligniteit kan worden
toegeschreven aan een erfelijk syndroom, immuun-gerelateerde of hormonale
factoren, de behandeling, of leefstijl-en omgevingsfactoren. Een
bevolkings-gebaseerde retrospectieve cohortstudie in Denemarken heeft de
incidentie van tweede primaire maligniteiten in een groot cohort van overlevers
geïnventariseerd. Prof. Susanne Oksbjerg Dalton (Danish Cancer Institute,
Kopenhagen) en collega’s publiceren de studie in The Lancet
Oncology.1
De studie
includeerde 457.344 Denen in de leeftijd van 40 jaar of ouder, met een diagnose
van een maligniteit tussen begin 1997 en eind 2014, die een jaar na de diagnose
nog in leven waren. Tijdens follow-up tot 24 jaar nam de cumulatieve incidentie
van tweede maligniteiten toe van 6,3% vijf jaar na de diagnose tot 10,5% tien
jaar na de diagnose en 13,5% vijftien jaar na de diagnose. De hoogste
cumulatieve incidentie van tweede maligniteiten werd gezien onder overlevers
van larynxcarcinoom (na tien jaar 21,8%), orofarynx- en mondholtecarcinoom
(19,5%), en blaas- en urinewegcarcinoom (18,5%).
De
onderzoekers concluderen dat het risico van tweede primaire maligniteiten in
overlevers van een eerste maligniteit aanzienlijk is.
1.Kjaer
TK, Wreford Andersen EA,Ursin G et al. Cumulative incidence of second primary cancer in a large cohort of Danish
cancer survivors: a population-based retrospective cohort study. JAMA Oncol
2023; epub ahead of print
Summary: A population based retrospective cohort study in Denmark found that among cancer survivors the cumulative
incidence of second primary cancers increased over time for 6.3% five years
after diagnosis to 10.5% ten years after diagnosis and 13.5% fifteen years
after diagnosis.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)