![Prof. François-Xavier Mahon](http://www.aqui.fr/bib/photos/img_id_25598.jpg)
Deelnemers aan Euro-Ski waren 821 patiënten met CML in chronische fase (CP) in elf Europese landen. De patiënten waren behandeld met imatinib, nilotinib of dasatinib, en hadden gedurende tenminste een jaar DMR (BCR-ABL<0,01%; MR4). In deze patiënten werd de TKI-behandeling gestopt. Moleculair recidief (MR) werd gedefinieerd als verlies van majeure moleculaire respons (MMR; BCR-ABL<0,1%) op enig moment tijdens de follow-up. Er waren follow-up data beschikbaar voor 750 patiënten. Van deze patiënten verloren 348 MMR, en vijf overleden in remissie. De moleculair-recidiefvrije overleving was 62% na zes maanden, 56% na twaalf maanden, en 52% na vierentwintig maanden. De meeste patiënten met verlies van MMR bereikten na herstarten van de behandeling opnieuw MMR; er waren geen patiënten met progressie naar gevorderde ziekte.
Op basis van gegevens van 448 imatinib-behandelde patiënten stelden de onderzoekers een prognostisch model op. Er waren in univariate analyse geen significante associaties tussen leeftijd, geslacht, diepte van de moleculaire respons, of enige variabele van de EURO-, EUTOS- of ELTS-score met de MMR-status zes maanden na stoppen van de behandeling. De duur van behandeling met imatinib en de duur van MR4 voorafgaand aan het stoppen waren significant (p<0,001) gecorreleerd met MMR-status zes maanden na het stoppen. Ieder extra jaar van behandeling voorafgaand aan het stoppen verhoogt de kans op in MMR blijven na zes maanden met 16% (OR 1,16; 95%-bti 1,08-1,25). Moleculair-recidiefvrije overleving was 65,5% na meer dan 5,8 jaar imatinibbehandeling, en 42,6% na minder dan 5,8 jaar behandeling.
De onderzoekers concluderen dat het stoppen van TKI-behandeling in een groot cohort CML-patiënten feasible was.
1.Mahon F-X et al. ASH Annual Meeting 2016; abstr. 787