![Dr. Gypsyamber D'Souza](https://assets.jhsph.edu/faculty/profile/230/1880.jpg)
Het cohort bestond uit 863 patiënten met een nieuwe diagnose SCC van mondholte, orofarynx, larynx of nasofarynx tussen 1995 en 2013 bij Johns Hopkins of USCF (San Francisco). Het cohort was oversampled voor vrouwen en niet-blanken. De mediane leeftijd was 58 jaar (IQR 51 tot 68 jaar). De HPV-status werd getest met immuunhistochemisch p16-analyse, met HPV16-DNA in situ hybridisatie (ISH), en met hoog-risico HPV E6/E7 mRNA ISH. Onder de 240 OPSCCs waren 144 (60%) p16-positief (p16+), 115 (48%) HPV16-DNA ISH-positief (ISH16+), en 134 (56%) positief voor enig oncogeen HPV-type (ISH+). Onder de 623 niet-OP HNSCCs was 10% p16+ en 5% ISH+. Deze figuur toont de trends voor vier perioden tussen 1995 en 2013.
De onderzoekers concluderen dat tussen 1995 en 2013 het percentage door HPV veroorzaakte OPSCCs significant toegenomen is. Deze toename was niet beperkt tot blanke mannen, maar werd ook gezien in vrouwen en niet-blanken. Slechts weinig van de niet-OP HNSCCs waren HPV-gerelateerd.
1.D’Souza G, Westra WH, Wang SJ et al. Differences in the prevalence of human papillomavirus (HPV) in head and neck squamous cell cancers by seks, race, anatomic tumor site, and HPV detection method. JAMA Oncology 2016; epub ahead of print