![Dr. Jessica Tran](https://pbs.twimg.com/profile_images/1519871758756630538/fImJMrWN_400x400.jpg)
In de database over de periode 2005 tot en met 2015 identificeerden de onderzoekers 584 patiënten, onder wie 88 (15%) die SBRT kregen, 140 (24%) IMRT, en 356 (61%) 3DCRT. Vergeleken met de IMRT- en de 3DCRT-groep was de SBRT-groep ouder (p=0,004), met meer comorbiditeiten (p=0,02), kleinere tumoren (p=0,03), en meer adneocarcinomen (p<0,0001). Er was een trend van langere niet-gecorrigeerde mediane overall survival met SBRT (19 maanden) dan met IMRT en 3DCRT (13 en 14 maanden; p=0,37). In propensity-score gematchte analyse was SBRT significant geassocieerd met betere OS en ziektespecifieke overleving dan IMRT (HR 0,78; 95%-bti 0,68-0,89 respectievelijk 0,70; 0,60-0,81) en 3DCRT (0,81; 0,72-0,93 respectievelijk 0,80; 0,68-0,93). De SBRT-groep had minder complicaties dan de IMRT-groep (OR 0,74; 95%-bti 0,55-0,99) en 3DCRT (0,53; 0,40-0,71).
De onderzoekers concluderen dat onder oudere stadium IIA N0 NSCLC met grote tumoren SBRT tot betere resultaten leidde dan IMRT en 3DCRT.
1.Tran JH, Mhango G, Park HS et al. Outcomes following SBRT vs. IMRT and 3DCRT for older patients with stage IIA node-negative non-small cell lung cancer >5 cm. Clin Lung Cancer 2022.10.006