De 21-gen
Recurrence Score (RS), nodale status, graad, en immuunhistochemische markers
worden gebruikt als basis voor de aanbeveling van al of niet chemotherapie voor
HR-positief HER2-negatief vroeg stadium mammacarcinoom. In de Duitse fase
3-studie Plan B is prospectief de waarde van RS onderzocht voor het definiëren
van een laag-risico subset van patiënten met hoog-risico traditionele kenmerken
die behandeld kunnen worden met alleen adjuvante endocriene therapie. De
drie-jaars uitkomsten van Plan B zijn onlangs gepubliceerd. Dr. Oleg Gluz, een
van de wetenschappelijke coördinatoren van Plan B, presenteert vandaag op de European Breast Cancer Conference in
Amsterdam vijf-jaars uitkomsten van de studie.1
De studie
includeerde tussen 2009 en 2012 3198 patiënten met een mediane leeftijd van 56
jaar; 41,1% had klierpositieve ziekte en 32,5% graad 3-ziekte. Patiënten met
HR-positieve pN0-1 ziekte en RS 11 of lager (n=348; 15,3%) werden niet met
chemotherapie behandeld. Na mediaan 55 maanden follow-up was de vijf-jaars
ziektevrije overleving in deze groep 94%. De vijf-jaars DFS was eveneens 94% in
de groep met RS 12-25 die chemotherapie had gekregen, en 84% in de groep met RS
hoger dan 25 die eveneens chemotherapie had gekregen (p<0,001). In
univariate analyse waren nodale status, centrale en lokale graad, Ki-67, ER,
PR, tumorgrootte en RS prognostische factoren voor DFS. In multivariate analyse
waren alleen pN2-3, centrale en lokale graad, tumorgrootte > 2 cm, en RS
onafhankelijke prognostische factoren.
De
onderzoekers concluderen dat in Plan B uitstekende vijf-jaars DFS is gezien in
een populatie van vroeg-stadium mammacarcinoompatiënten met hoog-risico kliernegatieve
en pN1-ziekte (HR+ HER2-) zonder adjuvante chemotherapie op basis van RS elf of
lager.
1.EBCC 2016; abstr. 8LBA
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)